Het pakket Belastingplan 2021 bestaat dit jaar uit acht wetsvoorstellen. Behalve het wetsvoorstel Belastingplan 2021 zelf, waarin de maatregelen zijn opgenomen die per 1 januari 2021 budgettair effect hebben, komt het kabinet met zeven wetsvoorstellen:
Het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2021
In het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2021 zijn maatregelen opgenomen ten behoeve van het noodzakelijke onderhoud van het fiscale stelsel en andere maatregelen die meer technisch van aard zijn of die geen budgettaire gevolgen hebben. Er worden verduidelijkingen voorgesteld op het terrein van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) en de samenloop tussen ATAD2 en de earningstrippingmaatregel. Verder vinden er technische aanpassingen plaats van het overgangsrecht voor de levensloopregeling en van de Natuurschoonwet. Tot slot wordt een uitzondering voorgesteld voor het leggen van elektronisch derdenbeslag door de Belastingdienst.
Overige fiscale maatregelen 2021 (PDF, 132 KB)
Memorie van toelichting Overige fiscale maatregelen 2021 (PDF, 747 KB)
Het wetsvoorstel Wet aanpassing box 3
In het wetsvoorstel Wet aanpassing box 3 wordt voorgesteld de vermogensrendementsheffing in box 3 aan te passen om tegemoet te komen aan de kleinere spaarders en beleggers. Het heffingvrije vermogen wordt fors verhoogd van € 30.846 (2020) naar € 50.000. Voor partners wordt het heffingvrije vermogen met ingang van genoemde datum verhoogd naar € 100.000. Als het vermogen lager is dan het heffingvrije vermogen is, net als nu, geen box 3-heffing verschuldigd. Als gevolg van de verhoging van het heffingvrije vermogen daalt het aantal belastingplichtigen dat belasting betaalt over inkomen in box 3 met ongeveer 0,9 miljoen. Om dit pakket deels te dekken wordt het belastingtarief in box 3 verhoogd naar 31%.
Wetsvoorstel Wet aanpassing box 3 (PDF, 160 KB)
Memorie van toelichting Wet aanpassing box 3 (PDF, 697 KB)
Het wetsvoorstel Wet differentiatie overdrachtsbelasting
In het wetsvoorstel Wet differentiatie overdrachtsbelasting wordt voorgesteld om een eenmalige vrijstelling te introduceren voor verkrijgingen van woningen door verkrijgers van een bepaalde leeftijd (meerderjarig en jonger dan vijfendertig jaar). Aanvullend wordt de reikwijdte van de startersvrijstelling en het verlaagde tarief van 2% voor woningen beperkt tot verkrijgingen door natuurlijke personen die deze woningen anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaan gebruiken. Daarmee kunnen de vrijstelling en het verlaagde tarief alleen nog worden toegepast door verkrijgers die de woning ook daadwerkelijk gaan bewonen. Alle overige verkrijgingen van woningen worden, net als niet-woningen, zoals bedrijfspanden, vanaf 1 januari 2021 belast tegen het hogere algemene tarief. Hieronder vallen bijvoorbeeld de verkrijgingen van vakantiewoningen en de verkrijgingen van woningen door niet-natuurlijke personen, zoals rechtspersonen. Het algemene tarief wordt met ingang van 1 januari 2021 verder verhoogd naar 8%.
Wetsvoorstel Wet differentiatie overdrachtsbelasting (PDF, 138 KB)
Memorie van toelichting Wet differentiatie overdrachtsbelasting (PDF, 755 KB)
Het wetsvoorstel Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen
In het wetsvoorstel Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen worden maatregelen voorgesteld op het gebied van toeslagen. Er wordt ingezet op drie pijlers: het versterken van de menselijke maat in het toeslagenstelstel, het verbeteren van de praktische rechtsbescherming van burgers en het voorkomen van schrijnende situaties door het verlies van toeslagen als gevolg van de uitwerking van het wettelijke begrip partnerschap in specifieke situaties.
Wetsvoorstel Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen (PDF, 317 KB)
Memorie van toelichting Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen (PDF, 762 KB)
Het wetsvoorstel Wet CO2-heffing industrie
In het wetsvoorstel Wet CO2-heffing industrie wordt ter uitvoering van het Klimaatakkoord een CO2-heffing industrie ingevoerd.4 De CO2-heffing ziet in hoofdzaak op de emissie van broeikasgassen bij en voor industriële productie en afvalverbranding. De vormgeving van de heffing is erop gericht te borgen dat de reductiedoelstelling voor de industrie zoals afgesproken in het Klimaatakkoord wordt gerealiseerd, terwijl het gelijke speelveld met omringende landen zo min mogelijk wordt aangetast. De heffing is onderdeel van een breed maatregelenpakket, dat industriële bedrijven stimuleert op een verstandige manier te verduurzamen.
Wetsvoorstel Wet CO2-heffing industrie (PDF, 267 KB)
Memorie van toelichting Wet CO2-heffing industrie (PDF, 918 KB)
Het wetsvoorstel Wet aanpassing opslag voor duurzame energie- en klimaattransitie
In het wetsvoorstel Wet aanpassing opslag voor duurzame energie- en klimaattransitie (ODE) worden de ODE-tarieven conform Regeerakkoord en Klimaatakkoord aangepast. De ODE is een heffing op het gebruik van elektriciteit en aardgas die dient ter financiering van de met de subsidieregeling Stimulering Duurzame energietransitie (SDE++) samenhangende kasuitgaven. De SDE++ stimuleert naast duurzame energieproductie ook CO2-reductie.
Wetsvoorstel ODE-tarieven 2021 en 2022 (PDF, 93 KB)
Memorie van toelichting Wet ODE-tarieven 2021 en 2022 (PDF, 351 KB)
Het wetsvoorstel Wet eenmalige huurverlaging huurders met lager inkomen
In het wetsvoorstel Wet eenmalige huurverlaging huurders met lager inkomen wordt voorgesteld zittende huurders met een gereguleerd huurcontract en met een inkomen tot aan de voorheen maximale inkomensgrens, eenmalig het recht te geven op een huurverlaging tot de aftoppingsgrens. Om woningcorporaties tegemoet te komen wordt het tarief van de verhuurderheffing met 0,036 procentpunt verlaagd.
Wetsvoorstel eenmalige huurverlaging huurders met lager inkomen (PDF, 110 KB)
Memorie van toelichting Wet eenmalige huurverlaging huurders met lager inkomen (PDF, 509 KB)
Bron: rijksoverheid