De kosten van de Brexit zijn voor de Britten al bijna hoger dan hun totale bijdrage aan de EU-begroting sinds 1973. Extra financiële tegenvaller is dat flitsboetes van buitenlanders niet meer inbaar zijn.
Overeenkomst
Als je in de EU geflitst wordt, is de bijbehorende boete waarschijnlijker eerder thuis dan jijzelf. Sinds enkele jaren hebben Europese landen namelijk een soort uitleveringsverdrag met elkaar als het gaat om verkeersboetes. Daardoor kan je als je in een Europees land geflitst wordt, in Nederland alsnog een bekeuring op je mat krijgen. Dat gold tot 1 januari ook voor te hard rijden in het Verenigd Koninkrijk.
Alleen heterdaad
Het Brexit-akkoord blijkt echter geen paragraaf te hebben over het wederzijds toesturen van verkeersboetes. Dit betekent dat het Verenigd Koninkrijk geen toegang meer heeft tot het RDW en dus geen boetes meer naar Nederlandse kentekenhouders kan sturen. De Britse politie kan nog wel iemand op heterdaad betrappen en dan een boete opleggen. Andersom geldt het ook: Britse automobilisten die geflitst worden in Europa krijgen geen boete meer op de mat. Volgens Britse media is dit vooral nadelig voor de Franse politie. Jaarlijks worden daar meer dan een half miljoen Britten op de bon geslingerd door flitscamera’s. Die blijven echter nu op de Franse plank liggen, wat per jaar tot wel zestig miljoen euro zou schelen voor de Franse overheid. Frankrijk zou daarom op korte termijn tot een bilaterale afspraak met het VK willen komen. Het maken van zo’n overeenkomst kan echter jaren duren. Het is niet bekend of de Nederlandse overheid hetzelfde overweegt.
200 miljard pond
De Britse schatkist heeft voorlopig het nakijken. En dat is slecht nieuws in het licht van de gigantische kosten van de Brexit. Die zal het Verenigd Koninkrijk voor het einde van dit jaar 200 miljard pond (234 miljard euro) hebben gekost. Dat is bijna net zoveel als het land de afgelopen 47 jaar tijdens zijn lidmaatschap van de Europese Unie in totaal heeft bijgedragen aan de EU-begroting. Die bijdragen (213 miljard pond, gecorrigeerd voor inflatie) vormden een van de belangrijkste argumenten voor Brexit bij de campagne van het ‘Leave’-kamp in de aanloop naar het referendum.
Klap voor economie
Volgens de analyse, uitgevoerd door de econoom Dan Hanson, heeft onzekerheid voor het bedrijfsleven naar aanleiding van Brexit ervoor gezorgd dat de economische groei in het VK sinds het Brexit-referendum in 2016 is achtergebleven bij andere landen binnen de G7. Daardoor is de Britse economie op dit moment 3 procent kleiner dan het geval zou zijn geweest als het Verenigd Koninkrijk niet zou hebben gestemd om de EU te verlaten.