Als de werkgever zaken vergoedt of verstrekt, zijn die kosten aftrekbaar van de winst als je deze in de werkkostenregeling (WKR) onderbrengt. Maar hoe zit het met gemengde kosten? Daarover boog het Gerechtshof Amsterdam zich onlangs.
Bij gemengde kosten gaat het om de kosten van voedsel, drank en genotmiddelen, representatiekosten en de kosten van congressen, seminars en dergelijke. Vanwege het gedeeltelijke privékarakter zijn deze kosten ook maar deels aftrekbaar.
Aftrek beperkt
De aftrek van deze kosten is voor ondernemers in de inkomstenbelasting beperkt tot 80 procent, voor ondernemingen in de vennootschapsbelasting tot 73,5 procent. Ondernemers kunnen er ook voor kiezen om, in plaats van een percentage, een vast bedrag niet in aftrek te brengen als dit voordeliger is.
Loonkosten 100 procent aftrekbaar
Loonkosten zijn voor 100 procent aftrekbaar. Maar wat nu als deze loonkosten bestaan uit gemengde kosten, zoals een maaltijd?
Belast, dan aftrekbaar
In een zaak die speelde voor het gerechtshof Amsterdam oordeelde het hof dat loonkosten alleen 100 procent aftrekbaar zijn als er over dit loon daadwerkelijk belasting is betaald. Dat kan loonbelasting zijn als de vergoeding als loon in aanmerking is genomen op de loonstrook van de werknemer. Maar het kan ook gaan om loon dat door de werkgever is aangewezen voor de werkkostenregeling en wordt belast met 80 procent eindheffing bij overschrijding van de vrije ruimte.
Vrije ruimte
In de betreffende zaak was dit beide niet het geval, omdat de kostenvergoedingen voor maaltijden van chauffeurs waren ondergebracht in de vrije ruimte van de werkkostenregeling en niet boven het forfait uitkwamen. Daarom was er geen belasting over betaald door de chauffeurs en dus waren de kosten maar beperkt aftrekbaar, aldus het hof.
Oordeel hof
Het hof oordeelde als volgt:
Vaststaat dat de werkgever de daggeldvergoedingen als eindheffingsbestanddeel heeft aangewezen. Verder is tussen partijen niet in geschil dat feitelijk geen loonbelasting is afgedragen over de daggeldvergoedingen.
In de kern komt het geschil neer op de vraag of de door de werkgever aan haar werknemers toegekende daggeldvergoedingen kosten zijn als bedoeld in artikel 3.15, eerste lid, Wet IB (in aftrek beperkte algemene kosten).
Voor zover de daggeldvergoedingen betrekking hebben op kosten en lasten die verband houden met voedsel en drank, beantwoordt het Hof deze vraag bevestigend.
Het hof volgt de werkgever dan ook niet in haar betoog dat de daggeldvergoedingen, strekkende tot vergoeding van kosten van haar werknemers onderweg gemaakt voor maaltijden en overige consumpties, sinds de wijziging (uitbreiding) van het begrip loon van artikel 10 Wet LB met ingang van 1 januari 2011 niet tot de in artikel 3.15, eerste lid, Wet IB bedoelde kosten behoren.
Beperking kostenaftrek ongewijzigd
Volgens het hof is er geen reden om te veronderstellen dat de wetgever met de wijziging van het begrip loon van artikel 10 Wet LB heeft beoogd kostenvergoedingen die vóór die wijziging onder het bereik van artikel 3.15, eerste lid, Wet IB vielen, daar met ingang van die wijziging niet meer onder te doen vallen, ook al behoren die vergoedingen met ingang van 2011 tot het belastbare loon.
De wetgever heeft met het invoeren van de werkkostenregeling niet bedoeld om een wijziging in te voeren voor wat betreft de beperking van de kostenaftrek. Dat de in geschil zijnde daggeldvergoedingen tot het belastbaar loon behoren, maakt daarom niet dat deze vergoedingen, voor zover zij vallen onder de termen van artikel 3.15, eerste lid, Wet IB (hier gaat het dan om ‘voedsel’ en ‘drank’), buiten het bereik van de aftrekbeperking van artikel 3.15 Wet IB zouden vallen.
Lastig in uitvoering
De zaak is nog niet door de Hoge Raad beoordeeld, dus is het de vraag of het oordeel van het hof hier standhoudt. Het betekent zo wel een uitdaging voor de uitvoering, bijvoorbeeld in situaties waarbij zowel 100 procent aftrekbare kosten (zoals kerstpakket) als beperkt aftrekbare kosten (zoals maaltijden) in de vrije ruimte zijn ondergebracht. Het is dan immers onduidelijk hoe de vrije ruimte aan de betreffende kosten moet worden toegerekend en tot welke beperking van de aftrek op de winst dit leidt.
Bron: ANB.nl