De regeldruk voor ondernemers in de kapperswereld is de laatste tien jaar toegenomen. Mede daardoor is een ongelijk speelveld ontstaan: een kapper verdient als zzp’er 15% meer dan als eigenaar van een kapsalon, meldt brancheorganisatie Anko na onderzoek door bureau Sira.
Kappers hebben vergeleken met 2012 meer verplichtingen gekregen. Alleen de AVG is echt nieuw, de rest van de toegenomen regeldruk komt door wijzigingen van bestaande regelgeving. ‘Opvallend is dat een aantal verplichtingen, waarmee een verlaging van de regeldruk was voorzien, heeft geleid tot een toename van de regeldruk voor de individuele ondernemer. Dit wordt veroorzaakt omdat deze wijzigingen (o.a. in de Wet werk en zekerheid en de Wet arbeidsmarkt in balans) voor individuele ondernemers in een specifieke situatie een verlichting zijn, maar deze reductie tenietgedaan wordt gedaan door een structurele verhoging van de regeldruk voor alle ondernemers.’ Wel is er meer sprake van maatwerk, maar dat heeft per saldo geen verlichting gebracht. ‘Onderaan de streep is de regeldruk voor kappers toegenomen. Deze verhoging is met name toe te schrijven aan de invoering van de transitievergoeding in de Wet werk en zekerheid (Wwz) en de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB).’
Grotere risico’s
Meer regeldruk brengt financiële risico’s met zich mee, aldus de onderzoekers. ‘Bij een kapsalon met personeel houdt bij gelijkblijvende omzet zowel de werkgever als de werknemer een lagere beloning uit werk over dan een kapsalon zonder personeel en een ambulante zzp’er. ‘In deze vergelijking heeft een ambulante zzp’er een 15% hogere beloning uit werk dan een kapsalon met personeel. Dit is het gevolg van arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht en is eerder ook door de Commissie Borstlap onderschreven.’ De financiële risico’s nemen voor ondernemende kappers met personeel verder toe als gevolg van onvoorziene omstandigheden, zoals ontslag of een langdurig zieke werknemer. ‘De regeldruk als gevolg van de verplichtingen die in deze omstandigheden gelden, zorgt voor een verdere verlaging van de beloning uit werk.’ Sira heeft berekend dat bij onvoorziene omstandigheden als ontslag en langdurige ziekte de ondernemende kapper met personeel verlies lijdt.
‘Dit loopt met name op bij de casus langdurige ziekte waarbij ervan uit is gegaan dat het grootste deel van de loondoorbetaling is verzekerd. De casussen laten zien dat, ondanks deze verzekeringen, de regeldruk in dergelijke situaties zorgt voor grote financiële risico’s voor de ondernemende kapper met personeel.’
Wel leveren kappers met personeel een hogere sociaal-maatschappelijke bijdrage dan ondernemende kappers zonder personeel. ‘In vergelijking met de kapsalon met personeel, ligt de sociaal-maatschappelijke bijdrage van de bijklussende kapper bijna 65% lager.’
Eigenaar kiest voor zzp-schap
Die regeldruk blijkt zzp’ers te beletten om door te groeien: personeel aannemen is niet aantrekkelijk. Het zorgt er ook voor dat kappers met personeel ervoor kiezen om eenpitter te worden, blijkt uit het onderzoek: ‘Een aantal ondernemende zzp’ers gaf aan om die reden bewust te hebben besloten door te gaan als zzp’er en – tot hun spijt – afscheid te hebben genomen van het personeel. De doorrekening in de casussen onderbouwen en bevestigen volgens deze ondernemende kappers de te hoge drempel en daarmee hun (noodgedwongen) besluit.’ Als zzp’er is – met minder financiële risico’s – tenminste eenzelfde of een aantrekkelijker inkomen te realiseren in de kappersbranche. ‘Dit geldt ook wanneer hierbij (al dan niet verplicht) een arbeidsongeschiktheidsverzekering en pensioenvoorziening worden aangehouden. Dit kan, wanneer dit verplicht wordt gesteld, wel het speelveld gelijker maken omdat de bijklussende kapper de extra kosten naar verwachting zal doorrekenen in de tarieven.’
Ook met lager tarief nog goed inkomen
Fiscale aspecten maken dat de ‘bijklussende kapper’ bij een veel lager tarief nog steeds een cao-gerelateerd inkomen kan genereren. ‘Hierbij speelt bovendien dat kappers in loondienst vrij makkelijk (al dan niet ondernemende) zzp’er kunnen worden. Via internet en social media is immers snel een klantenkring op te bouwen en (ondernemers)risico’s worden vaak afgedekt door een partner. De fiscale regelingen (zoals de KOR) versterken dit effect en maken het mogelijk dat de
bijklussende kapper (nog) lagere tarieven kan hanteren als deze onder de KOR-grens blijft. Hierdoor wordt een (door de werkgever opgeleide) werknemer een directe concurrent (met lagere kosten en minder verplichtingen en risico’s) voor haar of zijn huidige of voormalige werkgever (en voor alle andere ondernemende kappers).’
Ongeveer de helft van alle werkenden in de kappersbranche is nu zzp’er. ‘De fiscale voordelen voor de bijklussende kappers zorgen voor een ongelijk speelveld en
prijsdruk in de markt. De doorrekeningen laten bovendien zien dat het ondernemerschap met personeel vanwege de financiële impact, aansprakelijkheden en risico’s een onaantrekkelijk alternatief is geworden voor ondernemend Nederland.’