De rechtbank Gelderland heeft een besluit van het UWV vernietigd waarin de uitkeringsinstantie de hoogte van een WIA-uitkering van een vrouw op maar ongeveer 180 euro per maand vaststelde. Hoewel het UWV de wetgeving op zich juist toepaste, mocht de instantie volgens de rechtbank in dit geval niet vasthouden aan de strikte toepassing daarvan. De rechtbank oordeelt namelijk dat die toepassing voor de vrouw onevenredig nadelige gevolgen heeft, waardoor het UWV de wetgeving in dit bijzondere geval niet mocht toepassen en buiten beschouwing had moeten laten.
Ziek na twee maanden
De 28-jarige vrouw vroeg bij het UWV een arbeidsongeschiktheidsuitkering aan op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Zij rondde recent haar studie af en vond ook een baan. Na ongeveer twee maanden raakte de vrouw arbeidsongeschikt door de gevolgen van een hersentumor. Daarna is ook een tumor in haar borst geconstateerd. De verwachting is dat ze uiteindelijk aan haar ziekte zal overlijden.
Lage uitkering
Het UWV stelde de hoogte van de WIA-uitkering vast op 182,42 euro per maand. Deze uitkering wordt berekend op basis van het gemiddelde dagloon dat je in het jaar voorafgaand aan de aanvraag hebt verdiend. Dit wordt het refertejaar genoemd. De uitkering valt in dit geval zo laag uit, omdat de vrouw alleen aan het eind van dat jaar werkte en de rest van het jaar nog niet. Door dit besluit worden de vrouw en haar echtgenoot geconfronteerd met financiële problemen. UWV geeft toe dat de lage uitkering onredelijk en onwenselijk is, maar zegt dat het probleem is dat het uitvoeringsinstituut deze regelgeving moet uitvoeren en geen uitzonderingen mag maken.
Startersregeling
Normaal gesproken zou iemand als deze vrouw in aanmerking komen voor de ‘startersregeling’, waarmee het dagloon hoger zou worden vastgesteld. Om starters op de arbeidsmarkt tegemoet te komen, heeft de wetgever namelijk een uitzondering gemaakt. In dit geval zou het gemiddelde dagloon van de vrouw worden berekend over de periode waarin zij daadwerkelijk geld heeft verdiend en niet het hele jaar voorafgaand aan de aanvraag. Voor de WIA geldt dat deze periode begint in de eerste maand dat je loon hebt ontvangen in het refertejaar.
Wat is het probleem?
De vrouw werkte tijdens het refertejaar een dag bij haar oude bijbaantje en verdiende daar 42,50 euro mee. Aangezien deze dag ligt in de eerste maand van het refertejaar, betekent dit dat de periode waarover het gemiddelde dagloon wordt berekend alsnog het gehele refertejaar wordt. De vrouw komt door die ene dag werk tijdens haar studie niet in aanmerking voor de startersregeling en daardoor valt haar uitkering aanzienlijk lager uit dan wanneer zij wel onder deze regeling zou vallen. Dit kan lang negatieve financiële gevolgen hebben voor de vrouw, omdat ook toekomstige uitkeringen op het laag vastgestelde dagloon zullen worden gebaseerd.
De vrouw werkte op het moment van de zitting weer 20 uur per week, maar dit leidt voor haar niet tot een hoger dagloon. Het werken heeft pas effect op het dagloon als het haar is gelukt om een jaar lang onafgebroken te werken. De kans is groot dat dit haar niet lukt vanwege haar medische situatie.
Oordeel rechtbank
De rechtbank erkent in de eerste plaats dat het UWV de betrokken wetgeving juist heeft toegepast. Het is daarnaast een bewuste keuze van de wetgever geweest om geen uitzonderingen op het bovenstaande systeem toe te staan. Dat ook de rechtspraak deze keuze van de wetgever moet respecteren, is al meerdere keren geoordeeld door de Centrale Raad van Beroep, de hoogste bestuursrechter in sociale zekerheidszaken. Toch bestaat voor de bestuursrechter altijd de mogelijkheid om te toetsen of de (toepassing van) de regeling onevenredig is.
De vrouw vindt dat de wetgeving voor haar een onrechtvaardige en onmenselijke uitkomst heeft. Ze vroeg de rechtbank of het mogelijk is om voor haar een uitzondering te maken op de berekeningswijze van haar uitkering.
Onevenredig nadelige gevolgen
De rechtbank oordeelt dat het UWV in dit geval niet had mogen vasthouden aan strikte toepassing van de betrokken wetgeving, omdat die toepassing voor eiseres onevenredig nadelige gevolgen heeft. Deze wetgeving had het UWV in dit bijzondere geval daarom buiten toepassing moeten laten.
Vechten om rond te komen
De vrouw en haar man leven met de gevolgen van haar ziekte en alle angsten en onzekerheden die dit met zich meebrengt. Zij staan onder grote druk. Het is te veel gevraagd dat de vrouw vanwege wetgeving die niet voorziet in een passende berekeningswijze voor dit geval, daarbovenop steeds moet vechten om rond te komen.
Berekening dagloon knelpunt
De rechtbank komt tot dit oordeel vanwege ontwikkelingen in de rechtspraak, de bijzondere omstandigheden van de vrouw en ontwikkelingen bij het UWV. Met dit laatste wordt de brief van het UWV van juni van dit jaar aan de minister van Sociale Zaken bedoeld, waarin het UWV de berekeningswijze van het dagloon voor de WIA een knelpunt noemt.
Uitzonderlijke uitspraak
Van de bevoegdheid om wetgeving buiten toepassing te verklaren wordt niet vaak gebruik gemaakt, omdat de rechter expliciete keuzes van de wetgever moet respecteren. In dit specifieke geval bestaat daar dus toch aanleiding voor. Het besluit van het UWV is vernietigd en er moet opnieuw een beslissing worden genomen waarin rekening wordt gehouden met dit oordeel van de rechtbank.
Voor de vrouw zou dat een hogere uitkering betekenen met terugwerkende kracht, zodat zij ook recht krijgt op een nabetaling. Het UWV kan er echter ook voor kiezen om deze uitspraak aan te vechten in hoger beroep.
Uitspraak Rechtbank Gelderland, 9 november 2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:5972