
Staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit) gaat het voorstel voor de Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten ongewijzigd doorzetten, schrijft hij aan de Tweede Kamer. Als het aan hem ligt, wordt de wet per 1 januari volgend jaar van kracht.
De nieuwe wet moet de fiscale regels voor start-ups versoepelen en het makkelijker maken om nieuwe mensen aan te trekken. Voormalig bewindsman Hans Vijlbrief had het wetsvoorstel aangehouden omdat er bij parlement en Raad van State grote zorgen waren. Met de nieuwe wet krijgen werknemers die een bonus krijgen in de vorm van aandelenopties meer vrijheid om te bepalen wanneer zij daar belasting over gaan betalen, bijvoorbeeld bij het lichten van de opties. Dat was een wens van met name start-ups, die door de fiscale begunstiging denken makkelijker talent te kunnen aantrekken. Maar de Tweede Kamer vreest dat ook grote bedrijven deze regeling gaan aangrijpen om aantrekkelijker te worden voor personeel en dat de uitvoering spaak gaat lopen.
Afbakeningsproblematiek
Die zorgen legt Van Rij naast zich neer. Hij heeft wel gekeken naar de mogelijkheid om de regeling te beperken tot bedrijven met een maximaal aantal medewerkers. ‘Een afbakening op basis van het aantal werknemers zal de uitvoering verder compliceren. De Belastingdienst moet dan weten hoeveel werknemers het bedrijf waar de werknemer die de optie verkrijgt in dienst is op enig moment heeft. Het aantal werknemers kan uiteraard in de loop van een jaar fluctueren. Een dergelijke afbakening leidt voorts tot afbakeningsproblematiek en mogelijk calculerend gedrag.’ Bovendien dreigt een staatssteunprobleem als kleinere bedrijven op dit punt bevoordeeld worden.
Dga mag ook meedoen
Dga’s en bestuurders uitsluiten van de regeling werkt ook niet, aldus de staatssecretaris: ‘Voor deze werknemers vragen startups en scale-ups juist (ook) aandacht, omdat zij lastig te werven zijn, maar wel waardevol zijn voor de ontwikkeling van start-ups. Een dergelijke beperking zou de praktijk daarom hinderen en het wetsvoorstel minder effectief maken.’ Van Rij belooft verder oneigenlijk gebruik in de gaten te gaan houden.