Een Belgische betaaldvoetbalorganisatie (BVO) moet definitief een naheffingsaanslag loonheffingen van ruim twee ton betalen aan de Belastingdienst, oordeelt de Hoge Raad.
De Belgische club leende drie onder contract staande spelers uit aan Nederlandse BVO’s; naast hun gebruikelijke salaris kregen de spelers ook tekengeld van de Belgische club, hun eigenlijke werkgever. Dat bedrag moet ook in Nederland worden belast. Het tekengeld betaalde de BVO doorgaans in driemaandelijkse termijnen uit, een van de spelers kreeg een groot bedrag ineens.
De fiscus legde een aanslag op, maar de club was het er niet mee eens. De rechtbank Gelderland oordeelde al eerder dat de tekengelden een beloning waren voor door deze spelers in Nederland nog te verrichten werkzaamheden en dat zij daarom in Nederland aan loonheffing onderworpen zijn. Het gerechtshof was het daarmee eens, zodat de zaak uiteindelijk bij de Hoge Raad terechtkwam.
Uitlenen was ‘zo goed als zeker’
Voor de hoogste rechter ging het specifiek over de in België woonachtige voetballer die in het seizoen 2010/2011 was uitgeleend aan een Nederlandse club. In zijn contract was naast een salaris en een periodiek tekengeld voor dat seizoen ook een eenmalig tekengeld van € 350.000 netto overeengekomen. In het addendum bij het contract was opgenomen dat de speler zou worden uitgeleend. De BVO kreeg van de Belastingdienst dus een naheffingsaanslag vanwege dat eenmalige tekengeld. Omdat in juli 2010 al zo goed als zeker was dat de voetballer gedurende de rest van het voetbalseizoen zou worden uitgeleend aan de Nederlandse BVO en dat het eenmalige tekengeld loon vormde voor werkzaamheden die de voetballer gedurende het voetbalseizoen 2010/2011 moest verrichten, mocht Nederland belasting heffen over dat tekengeld, redeneerde het hof.
Arbeid in Nederland is belast in Nederland
De Hoge Raad velt geen ander oordeel. De BVO had nog tegengeworpen dat de voetballer in dienst was bij een Belgische club en dat de uitleen in een aparte overeenkomst was vastgelegd die pas na het nieuwe spelerscontract was gesloten. Het tekengeld was al betaald voordat de speler zou worden uitgeleend. Maar: tekengeld is loon, aldus de Hoge Raad, en er is sprake van het vervullen van een dienstbetrekking in Nederland, wanneer uit een (arbeids)overeenkomst volgt dat de arbeid in Nederland zal worden verricht. ‘Daaraan doet niet af dat de arbeid nog niet is aangevangen. Aan een toerekening van tekengeld aan in Nederland te verrichten werkzaamheden staat evenmin in de weg dat het tekengeld vóór aanvang van de werkzaamheden in Nederland reeds vorderbaar en inbaar is geworden.’