Bijna de helft van de Nederlandse ondernemers en financieel verantwoordelijken kijkt nu al op tegen het werk dat zij moeten verzetten door de verwachte fiscale veranderingen door het Belastingplan 2023. Dat blijkt uit onderzoek van Nextens, marktleider in aangiftesoftware.
Een deel van de fiscale veranderingen in 2023 is al bekendgemaakt in het coalitieakkoord van eind 2021. Daarnaast heeft het kabinet een groot aantal wijzigingen aangekondigd in verschillende beleidsstukken, zoals de Voorjaarsnota en enige Kamerbrieven van de staatsecretaris van Financiën. Zo wil het kabinet de zelfstandigenaftrek van € 6.310 in 2022 stapsgewijs afbouwen naar € 1.200 in 2030. Bijna de helft van de financieel verantwoordelijken vindt dit onnodig.
Ook de aangekondigde verlaging van de tariefopstap in de vennootschapsbelasting van € 395.000 naar € 200.000 kan op gefronste wenkbrauwen rekenen. De helft (51%) van de financieel verantwoordelijken vindt dit een abrupt sterke verhoging van de belastingdruk.
Gevolgen voor dga
Uit de Voorjaarsnota bleek daarnaast dat personen met een zogeheten ‘aanmerkelijk belang’, zoals bijvoorbeeld een directeur-grootaandeelhouder, vanaf 2024 moeten werken met twee tarieven in box 2. Momenteel wordt er enkel gebruik gemaakt van het tarief van 26,9 procent. Maar of dit zal helpen in het gelijktrekken van de belastingdruk tussen ondernemers met of zonder bv is nog maar de vraag. 39 procent van de financieel verantwoordelijken verwacht van niet. En nog eens 31 procent weet niet of dit wel het verschil gaat maken. Daarnaast denkt maar liefst 46 procent dat, wanneer directeur-grootaandeelhouders van innovatieve start-ups hun belastbare loon niet meer mogen vaststellen op het wettelijk minimumloon, dat dit ten koste gaat van het innovatief vermogen van Nederlandse start-ups.
Het onderzoek is uitgevoerd onder 900 financieel verantwoordelijken.