Tijdens de eerste dag van de algemene beschouwingen reageerden Kamerleden kritisch op de belastingplannen van het kabinet. Door een opeenstapeling van maatregelen wordt de marginale druk steeds hoger.
Dit is met name slecht nieuws voor mensen in de middenklasse die meer uren willen werken of die een loonsverhoging krijgen. Zij verliezen dan het recht op toeslagen. In sommige situaties houden mensen minder dan tien procent over van elke extra verdiende euro. De marginale druk is het deel van de stijging van het bruto inkomen dat niet resulteert in een toename van het besteedbare inkomen.
Marginale druk verlagen
Diverse Kamerleden willen de marginale druk verlagen. Maar links en rechts zitten hierbij niet op dezelfde lijn. Henk Nijboer (PvdA) denkt aan het nog verder verhogen van de minimumlonen, waardoor er minder toeslagen nodig zijn. Hij wil dat betalen met het zwaarder belasten van vermogen. Eelco Heinen (VVD) denkt juist dat ‘nivellerende maatregelen’ van het kabinet, en die Nijboer dus niet ver genoeg gaan, de oorzaak van het probleem zijn. ‘Als wij hier toeslagen invoeren, dan bouwen we die af bij hogere inkomens. Dat vergt een fundamentele discussie’, zei de VVD’er in de Kamer. Hij vindt dat Nederland niet zo krampachtig moet doen als toeslagen ook bij hogere inkomens belanden.
1% groep
Senna Maatoug van GroenLinks zei dat er meer maatregelen zouden moeten komen om de 1% rijkste huishoudens meer te belasten. Uit onderzoek is gebleken dat deze groep relatief weinig belasting betaalt. Heinen van de VVD wees erop dat veel maatregelen om die 1% aan te pakken ook ondernemers raken. Dat zou bovenop andere maatregelen komen waarmee het kabinet ondernemers confronteert, zoals het verhogen van de winstbelasting. De VVD’er pleitte voor een hardere aanpak van de inflatie.
Pleisters
Pieter Grinwis van de ChristenUnie zag er een tegenstelling in dat allerlei heffingskortingen in de belastingen worden afgebouwd — waardoor meer werken minder loont — maar dat er tegelijkertijd voorstellen rondgaan over een ‘voltijdbonus’, om mensen te prikkelen tot meer werken. Grinwis typeerde dit als ‘pleisters plakken’.