
Staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit en Belastingdienst) heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over een beleidswijziging die is doorgevoerd om de energietoeslag te ontzien bij het vaststellen van het vermogen en bij het doen van een beslag of vordering.
De Tweede Kamer had de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen verzocht te reageren op een brief van een inwoner van de gemeente Utrecht. De briefschrijver is bezorgd dat de energietoeslag nadelige gevolgen heeft voor belastingschuldigen bij een verzoek om kwijtschelding.
Als het bedrag van de energietoeslag op de bank- of spaarrekening van de belastingschuldige staat, dan kan dat tot gevolg hebben dat de belastingschuldige door het overschrijden van de vermogensnorm niet meer in aanmerking komt voor kwijtschelding of uitstel van betaling bij een belastingschuld en in geval van een toeslagschuld voor een persoonlijke betalingsregeling. Gelet op het bestedingsdoel ligt het niet voor de hand en is het ook niet wenselijk om de energietoeslag die op een bank- of spaarrekening is gezet, mee te tellen bij het vermogen. In een brief van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 20 december 2022 is dan ook aangekondigd dat wordt onderzocht op welke wijze in wet- en regelgeving passend kan worden geregeld dat de energietoeslag niet wordt meegenomen bij het bepalen van het vermogen. Voorts heeft de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen op 21 december 2022 tijdens een debat omtrent de energietoeslag aangegeven dat de Kamer wordt geïnformeerd zodra een passende oplossing is gerealiseerd.
Oplossing
Thans is een passende oplossing gevonden door de Leidraad Invordering 2008 te wijzigen, schrijft Van Rij. Als gevolg van deze wijzigingen wordt een bedrag ter hoogte van de ontvangen energietoeslag niet meegeteld als vermogen bij de beoordeling van een verzoek om kwijtschelding of uitstel van betaling bij een belastingschuld en in geval van een toeslagschuld voor een persoonlijke betalingsregeling. Tevens volgt uit de wijzigingen dat belastingschuldigen die de energietoeslag hebben ontvangen en daarna door een bankbeslag of een betalingsvordering zijn getroffen schriftelijk een verzoek kunnen doen om het getroffen bedrag terug te betalen, tot maximaal het bedrag van de ontvangen energietoeslag. Deze wijziging van het beleid met betrekking tot rijksbelastingen wordt ook gevolgd door toeslagen. Decentrale overheden kunnen dit ook zelf toepassen voor lokale belastingen.