Staatssecretaris Van Rij denkt dat een nieuwe heffing in box 3 vóór 2026 niet haalbaar is. De invoering loopt waarschijnlijk opnieuw een jaar vertraging op, zegt de bewindspersoon in het NRC. Aanvankelijk had de nieuwe spaartaks al in 2025 een feit moeten zijn.
De huidige geplande invoeringsdatum van 1 januari 2026 voor de vernieuwde heffing in box 3 is praktisch niet haalbaar. Hoewel de Tweede Kamer pas begin mei over het onderwerp debatteert, preludeert Van Rij op de uitkomsten van dat debat, namelijk uitstel. ‘Om heel eerlijk te zijn: als het wetsvoorstel er deze zomer ligt, en we willen ook nog een internetconsultatie doen, en als je daarna anderhalf jaar uittrekt voor het wetgevingstraject, dan wordt het wel heel ingewikkeld om 1 januari 2026 te halen. Want je hebt ook nog anderhalf jaar nodig voor de implementatie.’
Gevoelig
De nieuwe heffing kan op z’n vroegst per 2027 worden ingevoerd, denkt de bewindspersoon. Vertraging ligt politiek echter gevoelig. De nieuwe spaartaks is noodzakelijk sinds de Hoge Raad eind 2021 een streep zette door de bestaande rendementsheffing, die grotendeels gebaseerd was op een fictief rendement. Met de nieuwe wetgeving moet juist het werkelijke rendement op spaargeld en beleggingen worden belast. Van Rij weigert om zo’n belangrijke stelselwijziging erdoor te drukken.
Opnieuw uitstel
Het valt het kabinet zwaar om tot een breed gedragen wetsvoorstel te komen. Dit duurt mogelijk langer dan verwacht. Volgens Van Rij speelt ook mee dat tijdens de formatie van het huidige kabinet-Rutte niet goed is nagedacht over wat het heffen van belasting op werkelijk rendement eigenlijk inhield. De in het coalitieakkoord afgesproken invoering vanaf 2025 bleek afgelopen september onhaalbaar. Dat uitstel kostte de schatkist toen 385 miljoen euro. Of nieuw uitstel een vergelijkbare kostenpost oplevert, is volgens het ministerie van Financiën nog niet te zeggen, omdat de Kamer nog een definitief besluit over de planning moet nemen.
4 miljard
En dus blijft de huidige overbruggingsregeling nog wel even van kracht. Spaarders en beleggers betalen een lagere heffing over hun vermogen in box 3. Met de oude rendementsheffing haalde het kabinet jaarlijks meer dan 4 miljard euro op.
Bron: NRC