Het resterende STAP-budget gaat door het kabinet per september gerichter worden ingezet voor scholing die opleidt voor de arbeidsmarkt. De Tweede Kamer heeft hier vorige week een motie over aangenomen.
Het kabinet onderzoekt nu op welke manier dit goed kan worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld door per september alleen OCW-erkende opleidingen subsidiabel te maken vanuit STAP. Dit schrijven de ministers Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) vandaag in een brief aan de Tweede Kamer over de stand van zaken van de regeling
Einde STAP-budget
Tijdens de Voorjaarsbesluitvorming is bepaald dat er per 2024 geen middelen voor het STAP-budget worden vrijgemaakt. Het is een van de bezuinigingsmaatregelen waartoe het kabinet heeft besloten, waarbij nadelige koopkrachteffecten voor mensen zoveel mogelijk zijn voorkomen. Voor de resterende tijdvakken van dit jaar is in totaal nog 102 miljoen euro beschikbaar. 3 juli start – zoals gepland – een nieuwe aanvraagronde, waarin 20 miljoen euro kan worden aangevraagd. Dit is lager dan de geplande 34 miljoen euro. Zo kan een groter deel van het resterende budget gerichter worden ingezet, in aansluiting op de wens van de Tweede Kamer. Het is niet uitvoerbaar om het opleidingsaanbod per juli al in te perken.
Zo gericht mogelijke inzet
Naar aanleiding van de motie van der Lee bekijken ministers Van Gennip en Wiersma hoe de voor 2023 resterende STAP-middelen zo gericht mogelijk ingezet kunnen worden. Bijvoorbeeld door vanaf september alleen OCW-erkende opleidingen subsidiabel te maken voor STAP-budget.
Gezien het grote maatschappelijke belang en de huidige situatie op de arbeidsmarkt blijft minister Van Gennip zich via de SLIM-subsidie voor werkenden in het mkb, het Levenlanglerenkrediet en diverse groeifondsprojecten inzetten om een leren en ontwikkelen te stimuleren. Ook werken minister Van Gennip en Wiersma samen om de leercultuur op de werkvloer te verbeteren. Zij zullen de Tweede Kamer rond de zomer informeren over hun plannen.