De Staatssecretaris van Financiën heeft het beleidsbesluit over de belastingplicht voor de vennootschapsbelasting van stichtingen en verenigingen geactualiseerd.
In het besluit is beleid opgenomen over de belastingplicht voor de vennootschapsbelasting van stichtingen en verenigingen. Dit besluit is een actualisering van het beleid dat is opgenomen in het besluit van 23 december 2005, nr. CPP2005/2730M. Dit beleid is op onderdelen aangepast of verduidelijkt. Verder is in dit besluit beleid opgenomen over de regeling integrale belastingplicht voor culturele instellingen.
Belangrijkste wijzigingen
Het besluit is een actualisering van het beleid dat is opgenomen in het besluit van 23 december 2005, nr. CPP2005/2730M. Dit beleid is op onderdelen aangepast of verduidelijkt. Het besluit bevat verder enkele nieuwe onderdelen. De belangrijkste wijzigingen zijn hieronder weergegeven.
– Er is beleid opgenomen over het criterium ‘deelname aan het economische verkeer’ (onderdeel 2.2).
– Het onderdeel over ‘winststreven’ is uitgebreid (onderdeel 2.3). In het onderdeel ‘winststreven en gesubsidieerde instellingen’ (onderdeel 2.3.1) is zowel een verduidelijking als een verruiming van het huidige beleid opgenomen.
– Het onderdeel over het concurrentiecriterium is geactualiseerd (onderdeel 3). De voorbeelden die zijn opgenomen in onderdeel 4 van het besluit met nr. CPP2005/2730M zijn komen te vervallen. Met deze aanpassing is geen inhoudelijke wijziging beoogd.
– Er is beleid opgenomen over de regeling integrale belastingplicht (onderdeel 4 en bijlage I).
– Er is een verduidelijking opgenomen van de vereisten waaraan een lichaam dat een sociaal belang behartigt moet voldoen om gebruik te kunnen maken van de fictieve loonkostenaftrek (onderdeel 5).
Vennootschapsbelasting. Belastingplicht van stichtingen en verenigingen