Het verhoogde budget voor de fiscale MIA-regeling voor milieu-investeringen wordt de komende twee jaar voortgezet. Dat meldt staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur) aan de Tweede Kamer. Het demissionaire kabinet gaat nog wel kijken of de MIA een fiscale regeling moet blijven, of moet worden omgezet naar een directe subsidie.
De staatssecretaris schrijft de brief naar aanleiding van de gebruikelijke vijfjaarlijkse evaluatie van de MIA- en Vamil-regelingen die milieu-investeringen moeten stimuleren. In totaal is in de evaluatieperiode (2017-2021) bijna 11 miljard euro aan milieuvriendelijke investeringen met de MIA/Vamil ondersteund. Daarmee waren 110.000 investeringen gemoeid. 92 procent van de investeringen is gedaan in de thema’s Mobiliteit, Gebouwde Omgeving en Voedselvoorziening en Landbouwproductie. De Vamil heeft een geschat fiscaal voordeel van 3 procent van het gemelde investeringsbedrag; voor de MIA bedroeg het netto fiscale voordeel in 2021 tussen de 2 en 15,7 procent van het investeringsbedrag. In totaal kostten de regelingen de overheid 666 miljoen euro, fluctuerend tussen 97 miljoen in 2020 en 164 miljoen in 2018.
Bijna de helft is freerider
De MIA/Vamil is doeltreffend, concludeert het rapport, al zijn er ook zogeheten ‘freeriders’ die aangeven ook zonder de steun de investeringen te hebben gedaan. Hun aandeel wordt geschat op gemiddeld 43 procent. Volgens de onderzoekers lokt een euro steungeld via de MIA/Vamil 6 tot ruim 11 euro aan milieu-investeringen uit: dat kan als doelmatig worden bestempeld. ‘De doelmatigheid in termen van milieuwinst (impact) kan niet gekwantificeerd worden en kan daarmee ook niet vergeleken worden met de doelmatigheid van andere regelingen.’ De uitvoeringskosten zijn laag. ‘Deze kosten nemen wel toe met name als gevolg van intensivering van toetsing aan staatsteunkaders van technieken op de Milieulijst. De administratieve lasten voor ondernemers zijn relatief laag in verhouding tot het belastingvoordeel. Over het algemeen worden de administratieve lasten als acceptabel gezien door aanvragers.’
Keuze voor fiscale subsidie bij MIA niet klip en klaar
Over het algemeen is het oordeel over de regelingen positief. ‘Alleen de vraag naar de keuze voor een fiscale subsidie is voor de MIA niet eenduidig met ja te beantwoorden. In het onderzoek is niet onomstotelijk aangetoond dat een fiscale subsidie zoals de MIA meer of minder effectief is dan een directe subsidie. De onderzoekers wijzen op gedateerd wetenschappelijk onderzoek en een kennislacune om op dit punt een eenduidige conclusie te kunnen trekken. Voor de Vamil blijkt wel dat de fiscale regeling gericht op willekeurige afschrijving (kosten)effectiever is dan een directe subsidie.’
Meer actuele Milieulijst
De onderzoekers bevelen aan om de Milieulijst strikter te actualiseren. ‘Dit geldt met name voor technieken die een snelgroeiend aandeel in de nieuwverkopen kennen en/of in te hoge mate overlap kennen met andere vormen van stimulering en regelgeving. Het bijhouden van de Milieulijst zou nog meer dan tot nu toe gericht moeten zijn op het afvoeren van dit type technieken.’
Effectiviteit onderzoeken
Daarnaast doen de onderzoekers de suggestie om nader onderzoek te doen naar de effectiviteit van fiscale regelingen ten opzichte van directe subsidies. Ook bevelen ze aan om de bezwaarprocedure van de MIA/Vamil te integreren met het aanvraagproces van RVO. ‘Verder doen zij de aanbeveling om het afgeven van de beschikking bij RVO neer te leggen. De onderzoekers verwachten dat hiermee tijdswinst, een gestroomlijndere afhandeling van de aanvraag en meer duidelijkheid voor de aanvrager wordt gerealiseerd.’
Verhoogde MIA-budget voortgezet
Op grond van het rapport is het voornemen om het verhoogde budget van de MIA (voor verduurzaming van het mkb) structureel voort te zetten. Dat komt neer op een budget van 48 miljoen euro in 2024 en 50 miljoen vanaf 2025. ‘Het kabinet zal conform de aanbeveling van de onderzoekers de toekomstige Milieulijsten strikter actualiseren, waarbij oog zal zijn voor zowel technieken die beter beschikbaar worden op de markt of waarvan de hogere aanschafprijs niet langer knelpunt is. Daarnaast wordt ook bezien of technieken met relatief lage investeringsbedragen scherper kunnen worden gemonitord, dit om het inzicht in de doelmatigheid van stimulering te vergroten. Waar mogelijk zullen stimuleringsregelingen niet worden gestapeld. Het kabinet zal, gelet op deze punten, voor de Milieulijst 2024 op een aantal codes aanscherpingen voorstellen.’
MIA uit fiscale sfeer halen vergroot lasten
De minister heeft RVO gevraagd om een ‘eerste duiding’ met betrekking tot de wenselijkheid om de MIA een fiscale faciliteit te laten blijven. De rijksdienst heeft aangegeven dat het omzetten van de MIA naar een directe subdisie hogere lasten met zich meebrengt en onder meer fraudegevoeliger is en raadt zo’n operatie daarom af. ‘Het kabinet zal vervolgonderzoek doen naar de werking van het fiscale instrument voor het bedrijfsleven, en daarbij kijken of er verbeteringen of vereenvoudigingen mogelijk zijn. De inzichten van RVO over de impact van een andere vormgeving wordt hierin meegenomen. In afstemming met RVO en Belastingdienst wordt tot slot de mogelijkheid verkend dat RVO beschikkingen af gaat geven bij de MIA/Vamil en de Belastingdienst op dit punt verder wordt ontlast.