
De regering hoeft niet overdreven bang te zijn voor bedrijven die dreigen Nederland te verlaten als het belastingklimaat verslechtert. Uit onderzoek dat minister Adriaansens heeft laten doen naar redenen waarom ondernemingen Nederland verruilen voor een ander land blijkt dat fiscale redenen nauwelijks een rol spelen.
Adriaansens laat dit weten in antwoord op een motie van Kamerlid Van Haga. Ze heeft een adviesbureau laten onderzoek om welke redenen bedrijven uit Nederland vertrekken. Op basis van interviews met 17 onderneming wordt een kwalitatieve analyse gegeven. Niet verrassend is een beslissing tot verplaatsing meestal het gevolg van een mix van factoren. De aanleiding is in bijna alle gevallen bedrijfsspecifiek en de kwaliteit van het Nederlandse ondernemingsklimaat op zich is niet zozeer doorslaggevend.
Strategie
Uit de interviews blijkt dat het Nederlandse belastingklimaat nauwelijks een rol speelt. Wel geven geïnterviewde bedrijven aan de continuïteit van de 30%-regeling belangrijk te vinden. Als meest concrete aanleiding voor vertrek naar het buitenland wordt een verandering in de bedrijfsstrategie van het moederbedrijf aangehaald, opgevolgd door beperkte beschikbaarheid van personeel in Nederland. Vaak zien bedrijven in het buitenland betere marktkansen. Ook lagere arbeidskosten in Centraal- en Oost-Europa en Azië en toegang tot talent kunnen redenen zijn uit Nederland te vertrekken.
Groei moeilijk
Uit het onderzoek blijkt verder dat er onder de geïnterviewde bedrijven zorgen zijn over de groeimogelijkheden in Nederland. Veelgenoemde factoren in deze context zijn beperkt beschikbare fysieke ruimte, onvoldoende aanbod van en huisvestingsmogelijkheden voor talent, lange realisatietermijnen van nieuwe investeringen en tekorten in termen van elektrische netwerkcapaciteit. Voor de bedrijven in de onderzoekspopulatie geldt dat dit niet per definitie leidt tot vertrek van bestaande bedrijfsactiviteiten naar buitenland, maar betekent het wel dat nieuwe investeringen vaker in het buitenland plaatsvinden.
Het onderzoek constateert dat verplaatsing zelden een volledig vertrek van een bedrijf betekent; veelal gaat het om verplaatsing van een of meerdere bedrijfsonderdelen. Bedrijven geven aan dat het verplaatsen van activiteiten over het algemeen complex en kostbaar is.
Monitor
Adriaansens schrijft nog te werken aan haar Monitor Ondernemingsklimaat. In november zal ze de Kamer de eerste toesturen. De uitkomsten worden gebruikt voor een nieuw op te zetten dashboard op een openbare website. De vormgeving hiervan zal enige tijd kosten. De bewindsvrouwe voorziet de monitor begin 2024 op te kunnen leveren en de Kamer daarover te informeren. De verschillende componenten geven in samenhang een beeld van het ondernemingsklimaat op micro-, meso- en macroniveau. Ik voer de monitor jaarlijks uit en creëer hiermee een instrument dat periodiek, evenwichtig en zo actueel mogelijk zicht geeft op de stand van zaken. Hiermee kunnen we de ontwikkelingen volgen en (bij)sturen waar nodig.
Download hier de Kamerbrief van Adriaansens.