Dat stelt advocaat-generaal (AG) Koopman in zijn conclusie over de verruimde eigenwoningvrijstelling, die overigens per 1 januari 2024 is afgeschaft.
In de zaak bij de Hoge Raad kregen een broer en zus ieder een schenking van €100.000 van zowel hun moeder als van een zakelijke relatie van hun vader. Door een beroep te doen op de jubelton-vrijstelling voor beide schenkingen, trachtte het duo tweemaal belastingvrijstelling te verkrijgen. De Belastinginspecteur verwierp dit beroep, en het Hof oordeelde dat de constructie niet is toegestaan op basis van onder meer fraus legis.
Cassatieberoep
Het cassatieberoep van de broer en zus richt zich tegen die beslissing. Ze betogen dat de wetgever de mogelijkheid van het kruislings schenken (impliciet) heeft aanvaard door na te laten specifieke anti-ontgaanswetgeving te maken. Maar AG Koopman meent dat in het algemeen uit zo’n nalaten niet een aanvaarding kan worden afgeleid. Daar komt bij dat uit de wetsgeschiedenis duidelijk naar voren komt dat de wetgever deze constructie niet heeft willen aanvaarden.
Tegengaan constructie
De veronderstelde mogelijkheid om door middel van kruislings schenken dubbel gebruikt te kunnen maken van de jubelton heeft enige bekendheid gekregen. Daarom lijkt het AG Koopman wenselijk dat de Hoge Raad uitsluitsel geeft over de vraag of en zo ja hoe de kruislingse schenkingen in voorkomende gevallen kunnen worden tegengegaan door de Belastingdienst.
De voorkeur van de AG gaat uit naar een correctie op basis van het civiele recht. Civiel zal naar zijn inschatting vaak al kunnen worden vastgesteld dat de beide schenkers in de civiele werkelijkheid hebben beoogd een overeenkomst te sluiten, waardoor in de fiscale werkelijkheid aan het eigen kind is geschonken.
Als civielrechtelijk niet komt vast te staan dat in werkelijkheid aan het eigen kind is geschonken, kan de Belastingdienst nog een beroep doen op het leerstuk van fraus legis. Daarvoor zal er wel een verband tussen beide schenkingen moeten bestaan dat de civielrechtelijke afdwingbaarheid dicht nadert. De Hoge Raad zou als handreiking aan de feitenrechter en de praktijk een wat meer algemene regel kunnen formuleren voor de toepassing van fraus legis. Die regel zou kunnen inhouden dat als de kruislingse schenkingen niet als los van elkaar staand kunnen worden gezien, de schenkingen (met toepassing van het leerstuk van fraus legis) fiscaal moeten worden aangemerkt als schenkingen aan de eigen kinderen.
Hoge Raad, ECLI:NL:PHR:2024:1055 en ECLI:NL:PHR:2024:1056