
Eerder, op 17 februari 2025, kondigde Van Oostenbruggen al een soortgelijke regeling aan voor de vennootschapsbelasting. Die beslissing was een reactie op een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, die twijfel zaaide over de motivering van een renteverhoging voor de vennootschapsbelasting.
Inmiddels ziet de Belastingdienst ook een forse toename van bezwaren tegen het reguliere rentepercentage voor andere belastingen, zoals de inkomstenbelasting, erfbelasting, loonbelasting en omzetbelasting. Omdat de rechtsvragen bij deze belastingen anders liggen dan bij de vennootschapsbelasting, was een aparte aanwijzing nodig.
Waarom een massaal bezwaar?
Het individueel behandelen van alle bezwaren zou een enorme administratieve last voor de Belastingdienst betekenen. Bovendien gaan de bezwaren grotendeels over dezelfde juridische kwesties. Daarom kiest Van Oostenbruggen voor een massaalbezwaarprocedure, waarbij bezwaren collectief worden behandeld.
Verschil
Bij de vennootschapsbelasting kon direct een proefprocedure worden gestart, maar voor de inkomstenbelasting moet eerst nog een geschikte zaak worden geselecteerd. Pas na een uitspraak in die zaak kan de kwestie aan de rechter worden voorgelegd. Hierdoor duurt het naar verwachting langer voordat er een definitief oordeel is.
Vervolgproces
Zodra de rechtsvragen definitief zijn beantwoord, zal de Belastingdienst de bezwaren afhandelen met een collectieve uitspraak. Mocht de Hoge Raad de Belastingdienst (gedeeltelijk) in het ongelijk stellen, dan heeft dat gevolgen voor alle betrokken belastingplichtigen.
Voor een gedetailleerd overzicht van het vervolgtraject verwijst Van Oostenbruggen naar zijn eerdere brief van 17 februari 2025. Daarin staat onder meer beschreven hoe de Belastingdienst omgaat met mogelijke nadelige uitspraken van de rechter.
Kamerbrief aanwijzing massaal bezwaar belastingrente inkomstenbelasting (en overige middelen)