In antwoord op kamervragen geeft staatssecretaris Snel van Financiën aan dat de AFM momenteel geen fondsen met uitsluitend AEX-hoofdfondsen beleggingen kent, die een 1, 2 of 3 scoren op de Risicometer Ebi.
In het informatiedocument Essentiële Beleggersinformatie (Ebi) is een risico-indicator opgenomen. Deze varieert tussen de 1 en 7, waarbij geldt dat hoe hoger de indicator, hoe hoger de volatiliteit. Bij een score van 3 zou de op basis van historische data verwachte jaarlijkse volatiliteit van het beleggingsfonds minder zijn dan 5%. Volgens Snel kent de AFM op dit moment geen beleggingsfondsen, die uitsluitend in AEX-hoofdfondsen (de vijfentwintig aandelen met de grootste marktkapitalisatie op de Amsterdamse effectenbeurs) beleggen, met een score van 1, 2 of 3 op de Risicometer Ebi.
Forfatair rendement
Of de EU-landen een heffing zouden hebben op basis van forfaitair of reëel rendement (zoals een vermogenswinstbelasting of een vermogensaanwasbelasting), zou moeten blijken uit de publicatie ’Taxation of Household Savings’ van OESO in 2018. Volgens Snel is daarin niet alleen onderzocht hoe spaargeld bij banken wordt belast, maar ook andere vermogenstitels zoals inkomen uit aandelen, obligaties, onroerende zaken (zowel de eigen woning als andere onroerende zaken), pensioenbesparingen, sparen in investeringsfondsen en speciale spaarrekeningen, die door de overheid fiscaal voordelig worden behandeld. De OESO zou zeven verschillende vormen onderscheiden van het heffen van belasting op besparingen en constateren dat landen veelal combinaties van meerdere systemen toepassen.
Belastingdruk
Hoe groot de belastingdruk is voor de 28 EU-landen? Aan de hand van de OESO-studie de METR zou Nederland een gemiddelde positie innemen (12e). In deze studie wordt echter uitgegaan v/d situatie in 2016, wat volgens Snel zou inhouden dat de belastingdruk in Nederland nog verder gedaald is.
Lees ook: AV: Kamerleden-nemen-geen-genoegen-met-antwoorden-op-vragen-rendement-box-3/
Bron: Rijksoverheid.nl