De Belastingdienst heeft vorig jaar de eigen norm niet gehaald voor de controle van de aangiften voor de inkomstenbelasting. Dat blijkt uit de halfjaarrapportage van de dienst die naar de Tweede Kamer is gestuurd, zo meldt het FD.
Inspecteurs zouden 839.000 van de 11,7 miljoen binnengekomen aangiften hebben gecontroleerd, minder dan de norm van 845.000 tot 1 miljoen die de fiscus zichzelf stelt. In 2015 werden er nog meer dan 1 miljoen aangiftes gecontroleerd.
Ook het aantal boekenonderzoeken bij bedrijven zou bij de norm zijn achtergebleven. Vorig jaar zouden het er 27.900 zijn geweest, terwijl de dienst zelf minimaal 30.750 tot 33.250 noodzakelijk acht. De norm bij controles van vennootschapsbelasting zou met 37.000 wel ruimschoots zijn gehaald.
Reorganisatie
Volgens het FD schrijft de belastingdienst daling toe aan verlegging van de aandacht ‘naar posten met een groot fiscaal belang en risico’, die meer tijd kosten. Ook de boekenonderzoeken bij bedrijven worden meer geconcentreerd op risico. Dat levert daardoor gemiddeld €36.500 op, een stijging van ongeveer €5500 ten opzichte van 2015. De vorig jaar misgelopen reorganisatie, die leidde tot het opstappen van de directeur-generaal, zou niet de oorzaak zijn van de daling.
Uit de halfjaarrapportage zou verder blijken dat het nog niet erg opschiet met het onderzoek naar verdachten uit de Panama Papers. De terugvordering van ten onrechte verstrekte toeslagen zou meer zoden aan de dijk zetten.