Bij de financiering van een (eigen)woning komt veel kijken, waaronder de verschillende termijnen, leningsvormen en de daarbij behorende rente. Soms wordt naast het aangaan van een eigenwoningschuld een renteswap overeengekomen. De Hoge Raad heeft op 14 juli 2017 vastgesteld dat kosten van een dergelijke renteswap overeenkomst niet (als onderdeel van de hypotheekrente) aftrekbaar zijn. PwC legt uit wat dit betekent.
Wat betekent dit voor u?
De rente die u betaalt voor uw eigenwoningschuld is in principe aftrekbaar in uw box 1. Wanneer u daarnaast een renteswap overeenkomst heeft afgesloten (met de bank) en daarvoor vergoedingen betaalt, zijn deze kosten niet aftrekbaar voor uw inkomstenbelasting. Dit ondanks het feit dat de renteswap overeenkomst is aangegaan in samenhang met de eigenwoningschuld en daar ook direct mee samenhangt.
Wat houdt een renteswap in?
Bij het afsluiten van een (kortlopende) lening met een variabele rente bestaat de mogelijkheid dat deze rente in de loop van tijd stijgt. Om dat risico af te dekken, is het mogelijk een overeenkomst te sluiten bij een financiële instelling, vaak een bank, waarbij de ene partij (met de eigenwoningschuld) een variabele rente ‘ruilt’ voor een vaste rente. Wanneer de variabele rente stijgt is dit voordelig voor degene die de renteswap heeft afgesloten. Indien de rente daalt, is dit nadelig.
Het arrest van de Hoge Raad
In de onderhavige zaak draait het om een belastingplichtige die in 2009, 2010 en 2011, naast de rente op zijn eigenwoningschuld, vergoedingen heeft betaald die betrekking hebben op een renteswap overeenkomst die op deze eigenwoningschuld is afgesloten. Al deze betaalde vergoedingen heeft hij in aftrek gebracht op zijn inkomstenbelasting in de betreffende jaren.
Het Hof oordeelt dat het aangaan van de eigenwoningschuld en de renteswap overeenkomst zodanig samenhangen dat deze economisch gezien als één geheel gezien worden. Derhalve mogen alle kosten die daarop betrekking hebben, in aftrek worden gebracht als ‘kosten van geldleningen die behoren tot de eigenwoningschuld’. Het hof stelde de belastingplichtige in het gelijk. De staatssecretaris was het er niet mee eens en ging in cassatie.
De Hoge Raad is het dus niet eens met het hof en stelt dat de samenhang tussen beide overeenkomsten onvoldoende is om de vergoeding op de renteswap als hypotheekrente te beschouwen. De renteswap overeenkomst heeft namelijk niet direct iets te maken met ‘het ter beschikking stellen van een hoofdsom’. Daarmee is de vergoeding die de belastingplichtige heeft betaald voor de renteswap niet aftrekbaar voor de inkomstenbelasting.
Bron: PWC