De Bond voor Belastingbetalers weerspreekt dat zij van plan is een eind te maken aan massaprocedures tegen de ‘spaartaks’ (vermogensrendementsheffing) en overgaat op individuele procedures. Dat heeft voorzitter Jurgen de Vries van de bond laten weten.
‘De Bond voor Belastingbetalers blijft doorgaan met de massaal bezwaarprocedure. Vorige week woensdag heeft de eerste zitting in ons hoger beroep plaatsgevonden bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en de verwachting is dat de andere twee zittingen bij de gerechtshoven Den Bosch en Amsterdam ook binnenkort zullen worden gepland’, aldus De Vries. ‘Parallel aan de massaal bezwaarprocedure is de Bond voor Belastingbetalers, daarnáást een individuele procedure gestart. Hiervan zal de zitting bij de rechtbank Den Haag plaatsvinden op 12 oktober a.s. De twee procedures zullen dus naast gelijktijdig en naast elkaar worden gevoerd’, zegt De Vries. De belangenorganisatie laat zich in deze procedure bijstaan door Cor Overduin, partner bij Grant Thornton.
15.000 bezwaarmakers
Ruim 15.000 belastingplichtigen hebben volgens de bond sinds 2014 gehoor gegeven aan de oproep om bezwaar te maken tegen de vermogensrendementsheffing. Als gevolg hiervan heeft de staatssecretaris op 26 juni 2015 besloten tot een ‘massaal bezwaarprocedure’. Dit betekent dat de uitkomst van deze rechtszaak niet alleen betrekking heeft op de belastingplichtigen die tijdig bezwaar hebben aangetekend, maar geldt voor álle belastingplichtigen in Nederland, die belasting betalen over hun vermogen.
Rechtsvraag
In september 2016 is de procedure bij de rechtbank gestart. Voor de procedure is de volgende rechtsvraag geformuleerd: Is de vermogensrendementsheffing zoals vastgelegd in artikel 5.2, eerste lid van de Wet IB 2001, op spaarsaldi naar haar aard in strijd met artikel 1, eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM), zonder dat in geschil is of sprake is van een schending van de fair balance op grond van een individuele en excessieve last?
Juridisch argument
Volgens de Bond voor Belastingbetalers heeft zij in 2015 om meerdere redenen ingestemd met een collectieve aanpak en die staan nog steeds overeind. ‘Ten eerste is het veel efficiënter om – namens alle 15.000 individuele bezwaarmakers – het juridische proces, de beroepstermijnen en het beroepschrift gezamenlijk op te pakken. Ten tweede blijkt dat veel bezwaarmakers er de voorkeur aan geven om – uit oogpunt van tijd, expertise en kosten – een collectieve procedure voeren’. Het gevolg van die benadering is volgens de bond wel dat zij in de collectieve massaal bezwaarprocedure afziet van het juridisch argument dat sprake is van een ‘individuele en excessieve last’.
Hoge Raad
Op 10 juni jongstleden heeft de Hoge Raad arrest gewezen in een zaak die door een individuele belastingbetaler was aangespannen over vastgoed in box 3. De Hoge Raad concludeert weliswaar dat in deze specifieke casus de box 3-heffing geen inbreuk is op het eigendomsrecht, maar dat er een grens is aan de belasting over box 3. Als aangetoond wordt dat het rendement al meerdere jaren niet haalbaar is, dan kan de conclusie heel anders luiden. ‘Met dit arrest geeft de Hoge Raad een duidelijk signaal af dat de rechtvaardiging van deze belasting een grens heeft bereikt’, aldus de bond voor Belastingbetalers. In haar ogen legt de Hoge Raad ‘ook een bom onder het nieuwe box 3-systeem, dat in is gegaan per 1 januari 2017’. ‘Ook uit dit nieuwe systeem blijkt niet dat de heffing is aangepast aan een benadering van het werkelijke rendement. Het nieuwe box 3-stelsel veronderstelt een fictief rendement van 5,39% voor vermogens boven € 1.000.000, een fictief rendement van 4,60% voor vermogens tot € 1.000.000 en een fictief rendement van 2,87% voor vermogens tot € 100.000’.