De Nederlandsche Bank heeft al eerder aangegeven dat in ons land het aantal hypotheken waarop niet wordt afgelost hoog is. Ook de Autoriteit Financiële Markten en internationale organisaties als het IMF en de OESO zijn bezorgd over het grote aantal aflossingsvrije hypotheken. DNB vindt dan ook dat het nu tijd is om actie te ondernemen: banken moeten klanten actief gaan helpen om alsnog te gaan aflossen.
De toezichthouder doet die oproep in het periodieke Overzicht Financiële Stabiliteit. Bijna 55% van de Nederlandse hypotheekschuld bestaat uit leningen waarop niet regulier wordt afgelost. “Het risico bestaat dat huishoudens met dergelijke hypothecaire leningen niet over voldoende financiële middelen beschikken om deze voor of op de einddatum af te lossen”. Banken en andere kredietverstrekkers moeten klanten actief wijzen op dat risico en ze te helpen bij het vinden van een passende oplossing, vindt DNB. “Daarbij is het wenselijk dat zij hun klanten stimuleren het aflossingsvrije deel van de financiering te beperken bijvoorbeeld door de financiële ruimte die ontstaat bij het oversluiten van bestaande leningen tegen een lagere rente, te gebruiken voor extra aflossing.” Ook omzetten van aflossingsvrije delen in annuïtaire leningen is een mogelijke oplossing.
Aflossingsplannen opstellen
Ook een aflossingsvrije hypotheek moet ooit worden afgelost. “Deze hypothecaire leningen kunnen fricties veroorzaken, bijvoorbeeld als huishoudens aan het eind van de looptijd ongewild hun huis moeten verkopen.” Hypotheekverstrekkers moeten klanten helpen om die problemen te voorkomen door het opstellen van haalbare aflossingsplannen. Daarbij is het wenselijk dat kredietverstrekkers hun klanten stimuleren het aflossingsvrije deel van de financiering – waar mogelijk – te beperken. Verschillende kredietverstrekkers hebben reeds beleid ingezet om de meest kwetsbare klanten te helpen.”
Oververhitting
DNB wijst op tekenen van oververhitting op de woningmarkt. “Waar enkele jaren geleden de economische terugval en de correctie op de woningmarkt elkaar versterkten, voeden het economische herstel en de opleving van de woningmarkt elkaar momenteel juist.” Dat kan onnodig hoge economische en maatschappelijke kosten met zich meebrengen “en hangt onder meer samen met het feit dat hypotheekrenteaftrek en leennormen naar internationale maatstaven genereus zijn, waardoor de hypotheekschuld in Nederland relatief hoog is”. Strengere leennormen en snellere afbouw van de hypotheekrenteaftrek moeten dat tegengaan.
Extra aflossen is tijdelijk
De afgelopen jaren is wel meer tussentijds afgelost. Maar dat is maar een tijdelijke oprisping, zegt DNB: “Huishoudens kunnen hun spaargeld immers maar één keer gebruiken om hun hypotheekschuld te verminderen. Ook voor schenkingen die zijn gedaan ten behoeve van het aflossen van de hypotheekschuld geldt dat ze vaak een eenmalig karakter hebben.” Bovendien mogen doorstromers – in tegenstelling tot starters – nog steeds de rente over nieuwe aflossingsvrije hypotheken aftrekken. “Als gevolg hiervan zijn aflossingsvrije hypotheken nog steeds goed voor ruim een derde van de hypotheekproductie. Bijna 40% van de hypotheekschuld die in de periode 2013 tot 2017 is aangegaan, bestond uit aflossingsvrije leningen.”