De Belastingdienst geeft vaak weinig duidelijkheid aan ondernemers die modelcontracten met ZZP’ers voorleggen, stelt branchevereniging voor inhuur-intermediairs Bovib bij BNR. Het vorige kabinet beloofde de contracten te toetsen om daarmee duidelijkheid te scheppen over de arbeidsrelaties van ZZP’ers, maar daar komt volgens Bovib -voorzitter Rob de Laat in de praktijk weinig van terecht.
De Belastingdienst zelf heeft een geheel andere kijk op de zaak. Sinds juni 2015 heeft de fiscus naar eigen zeggen 7.700 zaken beoordeeld, waarvan 20 procent werd goedgekeurd, 40 procent afgebroken en 35 procent afgewezen. Maar in de gevallen waar Bovib op doelt, is van een werkrelatie met een consument geen sprake, zegt De Laat. “Het gaat toch vaak om werk op urenbasis bij een grote opdrachtgever, dat wordt gezien als werknemerschap, terwijl beide partijen het toch echt zien als een opdracht.”
Schijnzelfstandigheid
Bedrijven kunnen sinds vorig jaar in het kader van de nieuwe Wet DBA bij de Belastingdienst om duidelijkheid vragen als er twijfels zijn over een contract met een ZZP’er. Het is belangrijk om een duidelijk onderscheid te maken tussen uitspraken over de modelovereenkomst zélf en over specifieke opdrachten, zegt Bovib-voorzitter Rob de Laat. “Juist op die laatste vraag komt heel weinig antwoord, volgens onze leden in minder dan 5 procent van de gevallen. Onze leden werken vaak op basis van tussenkomst of bemiddeling. Zeker tussenkomst wordt gezien als iets lastigs, maar mensen werken vaak echt op projectbasis, waarbij ze voldoen aan de uitgangspunten voor een overeenkomst van opdracht.”
Vanwege onduidelijkheid over de vraag wanneer er sprake is van een dienstbetrekking bij de Wet DBA werd onlangs al aangekondigd dat de opschorting van de handhaving van de wet is verlengd tot 1 januari 2020.
De PvdA-fractie in de Tweede Kamer kondigt aan vragen te stellen over de kwestie.