De Raad van State vindt dat nieuwe fiscale wetgeving er door het kabinet te snel doorheen wordt gejast. Dat gaat ten koste van de zorgvuldigheid, spreekt de RvS uit in een advies over de zeven wetsvoorstellen die samen het Belastingplan 2019 vormen. Ook zou de concrete betekenis voor burgers vaak onvoldoende worden benoemd.
Fiscale wetgeving wijzigt op belangrijke punten met een soms veel te hoge frequentie, constateert de RvS: ‘Dit tast de voorspelbaarheid van de fiscale wetgeving aan en leidt vaak tot complexe wetgeving. De fiscale behandeling van de eigen woning is daar een voorbeeld van. Verder is het van alle fiscale wetsvoorstellen de bedoeling om de parlementaire behandeling nog dit jaar af te ronden. Het doet geen recht aan een zorgvuldige behandeling dat in korte tijd – zeker voor de Eerste Kamer – over zo’n omvangrijk pakket en de nog komende fiscale wetsvoorstellen moet worden besloten. Het kan een afgewogen beoordeling in de weg staan. Meer spreiding van de indiening van fiscale wetsvoorstellen over het jaar kan dat voorkomen.’
Betekenis burgers
Ook de concrete betekenis voor burgers van de verschillende fiscale maatregelen wordt onvoldoende benoemd, constateert RvS. ‘Waar bij de vele wijzigingen wel uitvoerig aandacht wordt besteed aan de uitvoerbaarheid door de Belastingdienst, komt de vraag wat de wijzigingen concreet betekenen voor burgers (burgerperspectief) veelal niet of maar summier aan de orde. Waar nodig zou daar in de toelichting meer aandacht aan moeten worden besteed.’