Een man die het aandeel van zijn ex-partner in de hypotheeklasten blijft betalen, kan die kosten niet aftrekken als partneralimentatie. Dat heeft de Hoge Raad geoordeeld.
De man is in 2009 gescheiden zonder dat er een echtscheidingsconvenant is opgesteld. In augustus verliet zijn ex-vrouw de woning, die gezamenlijk eigendom is. De man is in 2010 en 2011 de volledige hypotheekrente blijven betalen en de premies voor de aan de hypotheek verbonden levensverzekering.
Lasten meegenomen in draagkracht
De rechter doet in oktober 2010 uitspraak over de partneralimentatie. In de draagkrachtberekening moeten de volledige hypotheeklasten worden betrokken; de man moet € 370 per maand aan partneralimentatie gaan betalen, bepaalt de rechter. De man stapt naar het gerechtshof met de vraag of de man de hypotheekrente en premies levensverzekering die betrekking hebben op het aandeel van de ex-echtgenote in de woning kan aftrekken als partneralimentatie, omdat sprake is van een onderhoudsverplichting. Volgens het hof is niet aannemelijk dat de hypotheekrente en de premies die de man betaalt voor het aandeel van zijn ex kunnen worden aangemerkt als periodieke uitkeringen op grond van een rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende verplichting. Bij het vaststellen van de partneralimentatie is rekening gehouden met de volledige hypotheeklasten en premies levensverzekering, maar dat betekent niet zonder meer dat er sprake is van een dergelijke verplichting. Er is ook geen sprake van een overeenkomst waarin is vastgelegd dat de man de verplichtingen van de vrouw overneemt.
Rekening houden met feit brengt geen verplichting mee
Voor de Hoge Raad betoogt de man dat hij de kosten betaalt naar aanleiding van een rechterlijke beslissing en dat er dus wel degelijk sprake is van een onderhoudsverplichting. Maar dat is voor de hoogste rechter geen reden om een ander oordeel te vellen dan het hof: “Anders dan in de toelichting op het middel wordt betoogd, brengt de enkele omstandigheid dat bij het bepalen van de draagkracht van belanghebbende in een rechterlijke uitspraak rekening ermee is gehouden dat hij de volledige hypotheeklasten en premies levensverzekering betaalt, niet zonder meer mee dat die uitspraak inhoudt dat op belanghebbende een wettelijke verplichting tot het doen van een uitkering tot levensonderhoud rust.”