In de overeenkomst die een BV sluit met een tweede BV zullen eventuele winsten, behaald met de herontwikkeling van onroerende zaken, gedeeld worden op fifty-fifty-basis. Het bedrag van € 2.500.000,- waarmee eerstgenoemde BV afziet van een deel van eventueel toekomstige winsten kan niet als afsluitprovisie worden aangemerkt, oordeelt de Hoge Raad.
