Het merendeel van de inkomende buitenlandse investeringen blijft niet in Nederland, maar wordt direct doorgesluisd naar het buitenland. Dit gebeurt via bijzondere financiële instellingen (bfi’s), waar ons land er meer dan 14.000 van telt.
Dat meldt het CBS in de Internationaliseringsmonitor over financiële globalisering, mede op basis van cijfers van DNB. De investeringen gaan vooral naar landen buiten de Europese Unie. He betreft vooral brievenbusmaatschappijen: zo’n 80 % van deze instellingen heeft geen daadwerkelijke economische activiteit in ons land. De belangrijkste motivatie voor multinationals om een bijzondere financiële instelling op te richten in Nederland is om zo min mogelijk belasting te betalen.
DBI
Wereldwijd behoort Nederland tot de landen met de meeste inkomende en uitgaande directe buitenlandse investeringen (dbi), waaronder aandelenkapitaal en kredietverleningen. In 2017 ging het in totaal om €4 587 miljard. Zo’n 80 % van deze investeringen (€3 655 miljard euro) bleef niet in Nederland, maar ging via een bijzondere financiële instelling direct door naar een buitenlandse bestemming. Iets meer dan de helft van de investeringen werd buiten de Europese Unie gedaan. Relatief vaak ging geld naar Azië en Oceanië, met name naar India, Hongkong, China, Australië en Nieuw-Zeeland. Ook Mexico, Argentinië en de Kaaiman-eilanden zijn populair.
Dubbelbelastingverdragen
Nederland is een van de landen die de meeste belastingverdragen heeft met andere landen. Het merendeel daarvan betreft bovendien dubbelbelastingverdragen die voorkomen dat een multinational in meerdere landen belasting moet betalen over dezelfde activiteiten.