Vanuit fiscaal perspectief bezien is het soms handiger om bepaalde zaken pas te regelen ná het vuurwerk en de oliebollen van 2019. Zo maakt de aangekondigde verlaging van het Vpb-tarief – in combinatie met de mogelijkheid om een verlengd boekjaar te creëren – het interessant om een BV pas op te richten in 2020. Met daarbij één duidelijke kanttekening: dit geldt specifiek voor BV’s die geen al te hoge winst maken.
Prinsjesdag is alweer enkele weken achter de rug, maar de fiscale wijzigingen die hieruit voortvloeien, zijn onverminderd actueel voor bedrijven. Een van die onderwerpen is de naderende verlaging van het Vpb-tarief in 2020. Hierbij zal er ook rekening mee moeten worden gehouden dat de verlaging van het Vpb-tarief zijn uitwerking heeft op de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Een compilatie van de belangrijkste punten.
Met terugwerkende kracht tot 1 januari 2019 de BV in
Een hoop ondernemers zullen de komende periode met terugwerkende kracht tot 1 januari 2019 de BV in gaan. Heb je ondernemers als klant die voor deze optie kiezen, dan zul je voor hen waarschijnlijk al netjes een intentieverklaring hebben geregistreerd bij de Belastingdienst. Aangezien het tarief voor de vennootschapsbelasting omlaag gaat, kun je voor je klant op deze manier een mooi voordeel realiseren, door even scherp te rekenen.
Feitelijke oprichting BV is startjaar Vpb
Het jaar van oprichting van een BV is leidend om het startjaar voor de vennootschapsbelasting te bepalen. Wordt de BV opgericht in 2020, dan zal alle winst die wordt toegerekend aan het eerste boekjaar, worden belast in de Vpb voor het tarief van 2020. Het boekjaar kan namelijk niet voor de oprichtingsdatum van de BV liggen (HR, 12-10-1983, nr. 22 003, BNB 1983/317). Kortom, alle winsten van de periode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020 die in de eerste schijf vallen, worden belast tegen 16,5%.
Arbeidsbeloning voor DGA
Voor de winst 2019 moet er rekening worden gehouden worden met een normale arbeidsbeloning voor de DGA. Een bijkomend voordeel van oprichting in 2020 is het feit dat je de cijfers per 31 december 2019 kunt gebruiken. Het is dan niet nodig om extra tussentijdse cijfers op te stellen, die overigens maximaal 6 maanden oud mogen zijn.
Winst uit 2019 naar het lage Vpb-tarief
Ondernemers die een geregistreerde intentieverklaring hebben voor een inbreng per 1 januari 2019, kunnen profiteren van het verlaagde Vpb-tarief van 2020. Winst in de eerste schijf (tot € 200.000) wordt dan niet belast tegen 19% (2019), maar tegen 16,5% (2020). Dat scheelt toch 2,5% punt. Bij een winst van € 200.000 wordt er zo € 5.000 verdiend voor de klant.
Progressienadeel
Het hoeft niet altijd voordelig te zijn om een zeer lang boekjaar te hebben. In de situatie waarin de BV boven de € 200.000 winst uitkomt, wordt het meerdere belast tegen 25% Vpb. In dat geval zul je nauwkeurig moeten berekenen wat gunstiger uitpakt. Het voordeel van het lagere tarief in de eerste schijf in 2020 tegenover het progressienadeel, waarbij er meer winst in de tweede schijf van 25% Vpb valt. Hiervoor is geen algemeen omslagpunt te geven, aangezien dit afhankelijk is van de arbeidsbeloning. Die gaat weer van de winst af. Zie onderstaand overzicht voor een vergelijk.
Tariefvoordeel_vs_progressievoordeel
Kleinschaligheidsinvestingsaftrek (KIA)-nadeel
Een ander nadeel dat kan optreden, schuilt in de Kleinschaligheidsinvestingsaftrek. De periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december wordt één boekjaar voor de Vpb. Alle investeringen voor een periode van twee jaren worden bij elkaar opgeteld. Aangezien de KIA vanaf een totaal investeringsbedrag van iets meer dan € 100.000 wordt afgebouwd, zal dit bij veel investeringen in die twee jaren een lagere KIA geven.
Oprichting BV in 2020?
Dankzij het verlagen van het Vpb-tarief en de mogelijkheid om een verlengd boekjaar te creëren, kan er een voordeel worden gecreëerd door de BV pas in 2020 op te richten. Dit zal voornamelijk interessant zijn voor BV’s met een niet te hoge winst. Om de klant te helpen bij het maken van de meest handige keuze, kunnen aangesloten kantoren advies inwinnen bij hun Fiscount-adviseur.
Martijn Paping, MSc is trainer en adviseur Fiscount