Als de Belastingdienst in een informatiebeschikking om auditfiles vraagt uit een boekhoudprogramma dat de ondernemer gebruikt is daar meestal weinig tegenin te brengen, blijkt uit een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Een onderneming deed onder andere een beroep op geheimhouding omdat er bij de auditfiles uit Snelstart ook persoonlijke aantekeningen van de gemachtigde stonden over zijn juridische visie op bepaalde boekingen. De auditfiles maken ook helemaal geen deel uit van de administratie, voerde de BV aan. De bestanden zouden slechts een bewerking van de boekhouding door de vennootschap zelf zijn, een afgeleide van de administratie met bewerkingen die persoonlijke gegevens bevatten en die ook onvolledig is. Het Hof gaat daar echter niet in mee en oordeelt dat de auditfiles alsnog overhandigd moeten worden.
BTW-aangifte
De BV importeert en verkoopt kleding en bijbehorende accessoires voor een fitnessprogramma onder een geregistreerde merknaam. De verkoop van de kleding en accessoires vindt plaats via een webwinkel, fysieke winkels en beurzen. De Belastingdienst verzocht de BV naar aanleiding van de aangiften omzetbelasting over de tijdvakken 2011 tot en met 2015 om nadere informatie te verstrekken, waaronder de auditfiles. De BV weigerde, waarop een informatiebeschikking werd uitgegeven.
Informatiebeschikking terecht afgegeven?
In geschil was vervolgens of de fiscus terecht een informatiebeschikking had gegeven en meer specifiek of de auditfiles dienen te worden overgelegd. De rechtbank Gelderland oordeelde eerder van wel, maar de onderneming liet het daar niet bij zitten. Bij het Hof stelde de BV zich op het standpunt dat de informatiebeschikking ten onrechte is gegeven en de auditfiles geen deel uitmaken van de administratie. De auditfiles zijn slechts een bewerking van de boekhouding door de vennootschap zelf, voerde de BV aan, een afgeleide van de administratie met bewerkingen die persoonlijke gegevens bevatten en die ook onvolledig is. Daarom zou het bedrijf niet wettelijk verplicht zijn de auditfiles te overleggen.
Ruime bevoegdheden fiscus
Het Hof oordeelt echter hetzelfde als de rechtbank. Artikel 47 van de AWR geeft de inspecteur ruime bevoegdheden aan een belastingplichtige informatie te vragen, constateert het Hof. ‘Het is slechts vereist dat het gevraagde op zichzelf beschouwd van belang kan zijn voor de belastingheffing van de betrokken belastingplichtige (HR 8 januari 1986, nr. 23.034, ECLI:NL:HR:1986:AW8125). Voor het antwoord op de vraag of voor een belastingplichtige op grond van artikel 47 van de AWR een verplichting bestaat aan de inspecteur desgevraagd gegevens en inlichtingen te verstrekken en/of boeken, bescheiden en andere gegevensdragers beschikbaar te stellen, is voldoende dat de inspecteur zich, gelet op de hem ter beschikking staande gegevens, in redelijkheid op het standpunt kan stellen dat de door hem gevraagde gegevens, inlichtingen, boeken, bescheiden en/of andere gegevensdragers van belang kunnen zijn voor de belastingheffing ten aanzien van deze belanghebbende (HR 18 april 2003, nr. 38.122, ECLI:NL:HR:2003:AF7498, en HR 18 december 2015, nr. 15/00040, ECLI:NL:HR:2015:3603).
Auditfiles van belang voor belastingheffing
Naar het oordeel van het Hof heeft de Inspecteur met de door hem gegeven onderbouwing aannemelijk gemaakt dat hij zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat auditfiles voor de belastingheffing van de BV van belang kunnen zijn. ‘Auditfiles betreffen samenvattingen van de gegevens van het grootboek en geven daarmee informatie omtrent de verschuldigde omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2011 tot en met 31 december 2015. Dat de gevraagde auditfiles niet de andere in de informatiebeschikking gevraagde informatie bevatten, doet aan het vorenstaande niet af. Voor de aanwezigheid van een belang als bedoeld in artikel 47 van de AWR is slechts vereist dat het gevraagde op zichzelf beschouwd van belang kan zijn voor de belastingheffing van belanghebbende (HR 8 januari 1986, nr. 23.034, ECLI:NL:HR:1986:AW8125).’
Geheimhouding van persoonlijke gegevens
‘Voor zover belanghebbende stelt dat de auditfiles persoonlijke gegevens bevatten in die zin dat de gemachtigde ten aanzien van bepaalde boekingen zijn juridische visie op die boekingen in de administratie heeft vermeld, welke opmerkingen ook in de auditfiles zichtbaar zijn, waardoor aan belanghebbende dan wel haar gemachtigde een beroep op geheimhouding toekomt, volgt het Hof dit standpunt niet. Artikel 51 van de AWR bepaalt immers dat voor een weigering aan de in de artikelen 47 en 49 van de AWR omschreven verplichtingen te voldoen niemand zich met vrucht kan beroepen op de omstandigheden dat hij uit enigerlei hoofde tot geheimhouding verplicht is, zelfs niet indien deze hem bij een wettelijke bepaling is opgelegd. Het is aan de belanghebbende om (administratieve) maatregelen te nemen indien kennisneming van de gegevens die voor zijn eigen belastingheffing van belang zijn tevens leidt tot kennisneming van gegevens waarvan hij of zijn gemachtigde stelt een geheimhoudingsplicht te hebben of waarvan hij niet wil dat de belastingdienst daar kennis van neemt, bijvoorbeeld door het voeren van een gescheiden administratie. In dit kader merkt het Hof nog op dat belanghebbende ter zitting van het Hof heeft gesteld dat zij de auditfiles over november en december 2015 wel aan de Inspecteur heeft overgelegd, nadat zij deze had geschoond van bedoelde persoonlijke gegevens.’