Nederlandse huishoudens hebben naar verwachting in 2020 gemiddeld iets meer te besteden. Dat komt deels doordat de lonen naar verwachting sterker stijgen dan het gemiddelde prijsniveau en deels door lastenverlichtingen van het kabinet. Dat schrijft minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief aan de Tweede Kamer.
De overgang naar het tweeschijvenstelsel in de inkomstenbelasting en de verhoging van de arbeidskorting en de algemene heffingskorting zorgen voor een hoger nettoloon op het loonstrookje. Mensen die een uitkering krijgen, hebben ook iets meer te besteden doordat hun netto-uitkering stijgt en door een kleine verhoging van de zorgtoeslag. De koopkracht van gepensioneerden neemt ook toe, maar in mindere mate. De AOW-uitkering valt netto hoger uit dankzij indexatie en de verhoging van de algemene heffingskorting, maar de meeste pensioenfondsen kunnen waarschijnlijk niet indexeren. Uit berekeningen van het ministerie van SZW blijkt dat mensen door de bank genomen komend jaar meer overhouden in hun portemonnee. Dit is nog los van salarisverhogingen die zij mogelijk krijgen vanuit hun cao.
Werknemers houden meer over van hun brutosalaris doordat de algemene heffingskorting en de arbeidskorting omhoog gaan. Mensen met een modaal inkomen ontvangen daardoor naar verwachting bijna 2% meer inkomen dan in de maand daarvoor. Werkenden met een inkomen boven modaal hebben daarnaast profijt van de overgang naar een tweeschijvenstelsel in de inkomstenbelasting. Het kabinet wil het zo meer lonend maken om aan het werk te gaan of om meer te gaan werken. Met name mensen met een modaal inkomen (ongeveer € 35.000 bruto per jaar) profiteren daarvan.
Mensen die een uitkering vanuit de Participatiewet hebben of die een Anw-uitkering krijgen, gaan er op hun loonstrookje op vooruit doordat hun uitkering per 1 januari 2020 wordt geïndexeerd en doordat de algemene heffingskorting wordt verhoogd. Dat geldt ook voor mensen die rondkomen van alleen een AOW-uitkering. Mensen met een aanvullend pensioen merken dat hun pensioen niet wordt geïndexeerd. Daar staat tegenover dat mensen meer overhouden van hun aanvullend pensioen dankzij wijzigingen in de belastingschijven en door de verhoging van de algemene heffingskorting. Bovendien ontvangen ook zij een hogere AOW-uitkering in het nieuwe jaar.
Koopkracht
Uit ramingen van het CPB die vandaag zijn verschenen, blijkt dat de koopkracht van huishoudens in 2020 in doorsnee met 2,1% stijgt ten opzichte van vorig jaar. Met name werknemers gaan er naar verwachting in koopkracht op vooruit. Dat komt deels doordat de lonen komend jaar gemiddeld harder stijgen dan de prijzen. Maar werkenden hebben ook baat bij de lastenverlichting die het kabinet vanaf 1 januari 2020 doorvoert in de inkomstenbelasting en de heffingskortingen. Ongeveer 600.000 werkende mensen met kinderen profiteren bovendien van een investering in het kindgebonden budget.
De koopkracht van uitkeringsgerechtigden en van gepensioneerden die van een AOW-uitkering leven, neemt naar verwachting toe. Dat komt doordat hun uitkering wordt geïndexeerd en doordat de zorgtoeslag wordt verhoogd. Mensen die naast hun AOW ook een aanvullend pensioen krijgen, gaan er per saldo op vooruit, maar iets minder dan mensen die alleen AOW ontvangen. Dit heeft ermee te maken dat de meeste pensioenfondsen waarschijnlijk niet kunnen indexeren in 2020.
Bron: ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid