Werkgevers moeten bijhouden welke werknemers een auto van de zaak mee naar huis nemen. Anders gaat de Belastingdienst terecht uit van privégebruik. Dat oordeelt de rechtbank in Den Haag.
Aannemer
Administreert een werkgever niet welke bedrijfsauto door welke werknemer mee naar huis wordt genomen, dan wordt het heel lastig voor de werkgever om te bewijzen dat geen sprake is van privégebruik. Een aannemingsbedrijf was kentekenhouder van een aantal bestelauto’s. Het bedrijf had alle btw op de aanschafprijs en kosten van deze auto’s afgetrokken. Het aannemingsbedrijf stelde de bestelauto’s ter beschikking aan zijn werknemers.
Naheffing
De werkgever hield niet bij welke auto hij ter beschikking stelde aan welke werknemer. Het bedrijf paste de bijtelling niet toe en corrigeerde evenmin de omzetbelasting voor enig privégebruik. De Belastingdienst meent dat een en ander wel had moeten plaatsvinden. Daarom legt de inspecteur het aannemingsbedrijf naheffingsaanslagen loonheffingen en omzetbelasting op.
Geen bewijs
Het aannemingsbedrijf ging in beroep tegen de naheffingsaanslagen. De inspecteur maakte aannemelijk dat de werknemers na de werkdagen de auto van de zaak mee naar huis konden nemen. Onder deze omstandigheden is privégebruik mogelijk. De werkgever stelt dat de bestelauto’s werden gebruikt voor werkzaamheden met vervuilde grond. Dit is volgens Rechtbank Den Haag nog geen bewijs dat de auto’s uitsluitend zijn te gebruiken voor goederenvervoer. Nu de werkgever evenmin het werkelijk gebruik heeft bijgehouden, moet zowel de bijtelling als een forfaitaire btw-correctie plaatsvinden.
Lees hier de uitspraak: ECLI:NL:RBDHA:2019:10788