In dit drieluik krijgt u handvatten waarmee u kunt bepalen of mediation in een bepaalde fiscale kwestie een goede keuze kan zijn. In dit laatste deel is er aandacht voor de praktische kant van de zaak – niet onbelangrijk!
De laatste jaren krijg ik meer vragen over mediation in fiscale kwesties. Toch leidt dat in de praktijk maar in weinig gevallen daadwerkelijk tot mediation. Dat is jammer, want mediation kan een prima instrument zijn om een fiscaal dispuut effectief te beslechten. In het eerste deel van dit drieluik kwamen de meest voorkomende conflictbronnen tussen een belastingplichtigen en de Belastingdienst aan bod. Deel twee stond in het teken van de verschillende soorten fiscale kwesties die voor mediation in aanmerking komen. In dit laatste deel is er aandacht voor de praktische kant van de zaak – niet onbelangrijk!
Bij mediation in fiscale kwesties moeten immers ook de nodige praktische aspecten geregeld worden. Ik bespreek hier daarom niet alleen de voor- en nadelen, de werk- en zienswijze van de Belastingdienst, maar ook de zaken waar u op moet letten – én hoe u die aanpakt.
Voordelen van mediation
- Het eerste voordeel is de snelheid ten opzichte van het voeren van een procedure bij de rechter – in fiscale kwesties veelal de belastingrechter. Ook de kosten van mediation zijn doorgaans aanzienlijk lager dan wanneer er geprocedeerd moet worden. Snelheid is een van de belangrijkste argumenten voor grotere ondernemingen om te kiezen voor zakelijke mediation, zo blijkt uit onderzoek. Voor kleinere ondernemingen weegt vaak het kostenaspect zwaarder.
- Een ander voordeel is de mogelijkheid om meerdere belastingmiddelen te kunnen combineren. Zo kunnen er in een bepaalde kwestie bijvoorbeeld zowel afspraken worden gemaakt over de vennootschapsbelasting als over de inkomstenbelasting. Of over zowel de vennootschapsbelasting als de BTW. Ondanks het feit dat sommige boetes en belastingrentes direct voortvloeien uit het systeem van de wet, kunnen deze toch – al dan niet op indirecte wijze – deel uitmaken van een eventuele afspraak.
- Een derde voordeel is het feit dat partijen zelf de touwtjes in handen kunnen houden. Immers, wie een kwestie voorlegt aan de rechter, kiest daarmee voor een uiteindelijk oordeel door die derde. Zowel (gedeeltelijke) winst als verlies behoren dan tot de mogelijkheden. Dat is de consequentie als u ervoor kiest om die beslissing uit handen te geven.
Wanneer geen mediation?
Mediation is minder zinvol als men een principiële uitspraak van een rechter wenst. Al is het ook dan nog mogelijk om tot afspraken te komen, als er bijvoorbeeld sprake zou zijn van een ‘proefprocedure’. Mediation is evenmin wenselijk als een aantal zaken onvoldoende geborgd worden, zoals (onder andere):
- de geheimhouding c.q. vertrouwelijkheid van de gesprekken en de daarin gedeelde informatie;
- het mandaat van de ambtenaar/inspecteur;
- situaties waarin het (fiscale) strafrecht in beeld komt; en
- de wettelijke informatieplicht uit de AWR.
Niet alleen de partijen zelf, maar vooral de mediator zal ruim aandacht moeten besteden aan deze kwesties. Ook zal hij/zij moeten toetsen of alle partijen begrijpen waar de grenzen van mediation liggen (en welke dat zijn), voordat er inhoudelijk kan worden gesproken. Deze aspecten tussen overheid en burger wijken (op onderdelen) af van wat geldt tussen conflicterende private partijen. Deze aspecten bespreek ik hierna kort.
- Vertrouwelijkheid
De betreffende inspecteur/ambtenaar treedt op namens een grote organisatie, waarvan de structuur buiten zijn of haar bereik ligt. Bij overplaatsing van een inspecteur wil een ieder graag dat eventuele afspraken blijven staan. Vertrouwelijkheid is dus breder dan de ene persoon die aan tafel zit. Maar waar ligt de grens? Bepaalde afspraken binnen het ene middel (bijvoorbeeld dividendbelasting) kunnen doorwerken naar een ander belastingmiddel (bijvoorbeeld de vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting). Volstrekte vertrouwelijkheid kan dan lastig zijn. Het doorwerken van die afspraken is de ene keer wenselijk, de andere keer niet. Daarom moeten zowel de belastingplichtige en/of zijn adviseur als de inspecteur vooraf goed helder hebben waar de grenzen van de vertrouwelijkheid liggen. De mediator zal dit vooraf – en mogelijk ook blijvend – moeten toetsen.
Vertrouwelijkheid en geheimhouding zijn bovendien ongelijke begrippen, die expliciet aandacht vergen in de beginfase.
- Mandaat
In het verlengde van de vertrouwelijkheid ligt de mandaatkwestie. Namens wie spreekt de ambtenaar/inspecteur? Is hij bevoegd, hoever reikt zijn aanvullende mandaat? Kan hij ook boetes verminderen of tenietdoen? Hoe zit het met de belastingrente? En de invorderingsrente? Mag hij ook afspraken maken ter zake de invordering?
Voorbeeld 1
Belastingplichtige en de inspecteur verschillen van mening over de hoogte van de omzet bij een IB-onderneming. Beiden beseffen dat ze bij een rechter zowel kunnen winnen als verliezen. De inspecteur heeft een theoretische omzetberekening gemaakt, die de belastingplichtige betwist. Partijen maken de navolgende afspraak:
- de belastingplichtige accepteert een zekere hogere winst voor een aantal nader aangegeven jaren wegens omzetverhoging;
- de belastingplichtige accepteert de extra verschuldigde omzetbelasting en de belastingrente;
- de boete vervalt;
- het hogere inkomen zal niet doorwerken naar de toeslagen.
Kan een dergelijke afspraak nu worden gemaakt? Valt deze binnen het mandaat? Als alternatief kunnen partijen de nadelige gevolgen voor de toeslagen onderzoeken. Ook kunnen zij mogelijk andere afspraken maken, zodat het totaal verschuldigde bedrag gelijk is.
Voorbeeld 2
Een adviseur en de inspecteur komen tijdens een mediation tot concrete afspraken. Beiden zijn ter zake materiedeskundig en hebben een praktische oplossing uitgewerkt in een compromis. Ze hebben aan één (fiscale) blik genoeg om te weten waar mogelijk de schoen wringt. De afspraak zou wel eens contra legem kunnen zijn. Kunnen ze deze afspraak nu toch maken? Welk risico loopt de belastingplichtige? Welk risico loopt de inspecteur/Belastingdienst?
- Strafrecht
Complexer wordt het als het strafrecht in beeld komt tijdens het mediationproces. Hoe en op welke wijze blijft het ‘vrijuit’ spreken dan vertrouwelijk? Stel dat er een vermoeden is van een bewust onjuist gedane aangifte? Of een vermoeden van fraude? Hoe kan de vertrouwelijkheid worden geborgd? Als dit aspect kan gaan spelen, zal de belastingplichtige zich van tevoren goed moeten voorbereiden om zeker te weten waar welke grenzen liggen. Voor een inspecteur geldt het omgekeerde. Stel dat er een verdenking is van een ambtsmisdrijf. Hoe ga je dan als ambtenaar het mediationproces in?
- Fiscale informatieplicht
Stel, een belastingplichtige verstrekt bepaalde informatie tijdens de mediation. Mochten partijen er gezamenlijk uitkomen, dan bepaalt hun afspraak hoe die informatie heeft meegewogen. Komen partijen er niet uit, dan kan de inspecteur deze informatie niet gebruiken. Immers, dat zullen partijen in beginsel met elkaar hebben afgesproken. De inspecteur kan deze informatie echter alsnog proberen op te vragen op grond van artikel 47 e.v. AWR. Een beroep op de geheimhouding van de mediation is op grond van artikel 51 AWR dan niet mogelijk. Voor een belastingplichtige zal dit als oneigenlijk voelen. Een inspecteur meent wellicht dat hij het juridisch scherp, maar wel correct speelt.
Wanneer starten met mediation?
Mediation kan op elk gewenst moment worden gestart. Dus ook voor, tijdens of na een bezwaar-, beroeps- of cassatiefase. Welk moment strategisch het handigst is, verschilt natuurlijk per casus. Een mediation zet in beginsel echter geen termijn(en) opzij; zowel de belastingplichtige/adviseur als de inspecteur zullen de relevante termijnen moeten blijven bewaken. Natuurlijk kan een pro-formabezwaar of beroep worden ingesteld, om rechten te behouden. Ook aangifte- en betaaltermijnen of termijnen van dwangbevelen worden niet opgeschort.
Mogelijk kunnen partijen wel afspraken maken over bepaalde termijnen, maar die moeten dan expliciet worden geagendeerd. Ook fiscale rechters kunnen rechtbankmediation aanbieden. Zij doen dit echter veelal niet actief en zullen daartoe een aanleiding moeten hebben. Eventuele afspraken zullen sowieso zorgvuldig in een vaststellingovereenkomst moeten worden vastgelegd, waarbij met name de reikwijdte naar andere belastingmiddelen, boetes, rentes en jarentijdvakken goed moeten worden beschreven.
Rol adviseur
Het spreekt voor zich dat het verstandig is dat de aan de mediation deelnemende partijen zich goed voorbereiden. Een cliënt-belastingplichtige zal zich hierbij sterk verlaten op zijn adviseur. Bij zakelijke mediation, en dus ook bij fiscale kwesties, is het bepaald niet ongebruikelijk dat ook de adviseur deelneemt aan het mediationproces, om zijn cliënt maximaal bij te staan. Adviseurs voeren bij zakelijke mediation met regelmaat het woord, maar ook de cliënt-belastingplichtige zal moeten participeren. Goede voorbereiding is dan ook een belangrijk onderdeel van de voorfase van een mediation.
In sommige gevallen kan mediation plaatsvinden, waarbij alleen de adviseur van de cliënt aanwezig is, op grond van fysieke of emotionele redenen. Bij de huidige toeslagaffaire – die zich uitstekend voor mediation zou kunnen lenen – is het zeer wel mogelijk dat in zo’n geval de toeslaggerechtigde niet aanwezig wil of kan zijn, terwijl alle partijen ten zeerste gebaat zijn bij het ‘oplossen’ van de kwestie. Ook kan het voorkomen dat niet zozeer de belastingplichtige partij is, maar dat het ‘conflict’ zich afspeelt tussen een accountant/adviseur en de inspecteur. De kwestie gaat dan niet over het materiële belastingrecht, maar mogelijk over de werkrelatie tussen beide partijen.
Voorbeeld
Een inspecteur heeft het gevoel dat een kantoor hem stelselmatig dwarszit. Gegevens komen pas na herhaalde verzoeken en de gevraagde informatie en antwoorden zijn standaard uitermate summier. De inspecteur ervaart dat de accountant zich sterk vereenzelvigt met zijn cliënten, waardoor de toon vaak persoonlijk en verwijtend wordt. De inspecteur probeert zijn werk goed te doen en zoekt van tijd tot tijd onderbouwing voor zijn eigen standpunten en dossier. Op een verzoek om eens te komen praten over hun werkrelatie, gaat het kantoor niet in. Het kantoor heeft een serieuze omvang in de regio, zodat partijen de komende jaren nog veel met elkaar te maken hebben. De inspecteur kan proberen of een gesprek onder begeleiding van een mediator hieraan kan bijdragen. Deze casus kan natuurlijk moeiteloos worden omgedraaid.
Hoe vliegt u een mediationtraject aan?
Bent u inspecteur, belastingplichtige of adviseur en overweegt u mediation in een fiscale kwestie? In dat geval kunt u contact opnemen met een mediationcoördinator van de Belastingdienst. Hiervoor belt u met de belastingtelefoon (0800-0543), waarbij u aangeeft dat u teruggebeld wilt worden door de mediationcoördinator (de lijst met telefoonnummers en e-mailadressen e.d. van de interne mediators is verder niet openbaar.) De mediationcoördinator onderzoekt vervolgens of mediation mogelijk is. Hij vraagt u (kort) naar de kwestie, inventariseert een aantal zaken en toetst of de andere partij wil deelnemen. Mediation is immers vrijwillig. De coördinator zal ook onderzoeken welke mediator het beste bij de kwestie past, om dit daarna met u te overleggen dan wel om dit aan u voor te stellen. Moet de mediator bijvoorbeeld zeer materiedeskundig zijn, of volstaat globale kennis? Op welke locatie kan de mediation het beste plaatsvinden en hoe laat, etc? Kortom, de mediationcoördinator coördineert in de premediationfase.
In beginsel werkt de Belastingdienst met interne mediators. Wil de belastingplichtige dat niet, dan kan er een externe mediator worden toegevoegd of er kan worden gewerkt met louter een externe mediator. De Belastingdienst neemt de kosten van de locatie (veelal een belastingkantoor) en de kosten van de interne mediator voor haar rekening. Wil één van beide partijen (of willen beide partijen) iets anders, dan zullen daarover afspraken moeten worden gemaakt, net als over de hieruit voortvloeiende (externe) kosten.
Cijfers over mediation
In 2017, 2018 en 2019 vonden er, volgens opgave van het interne contactpunt landelijke mediation aan het ministerie van Financiën, respectievelijk 17, 13 en 21 mediations plaats. Over 2017 en 2018 werden er 11 succesvol afgerond. De cijfers over 2019 zijn nog niet bekend. In nagenoeg alle gevallen waren partijen tevreden over de interne mediator. Ook wanneer partijen niet tot overeenstemming kwamen. De Belastingdienst heeft serieus tijd, geld en moeite geïnvesteerd in het opleiden van goede interne mediators. Zij krijgen ook voldoende tijd om het middel op een goede wijze in te zetten. In de praktijk blijken overigens zowel de inspecteur/behandelend ambtenaar als de belastingplichtige en de adviseur er moeite mee te hebben om te bepalen wanneer welke kwestie gebaat zou zijn bij mediation. Het vereist training en opleiding om hier scherp naar te kunnen kijken.
De conclusie mag hier dus wel zijn dat de Belastingdienst positief aankijkt tegen mediation en ook bereid is om dit verder uit te bouwen. Een eerstvolgende stap hierin zou meer promotie over dit onderwerp mogen zijn op de enkele (landings)pagina van de website van de Belastingdienst. Het onderwerp verdient dit.
drs. Servaas M.M. Vrijburg is algemeen directeur van Fiscount en zakelijk mediator
Meer weten over dit onderwerp? In de modulaire opleiding ‘De (accountant)adviseur als businesscoach’ – module 1: Begeleiden bij zakelijke conflicten en dilemma’s’ krijg je inzicht in hoe conflicten ontstaan, waardoor ze (niet) escaleren, welke onderhandelingsstijlen en -technieken er zijn en wat je op welk moment moet inzetten om tot oplossingen te komen.