Geef een ondernemer die niet betaalt na het doen van de aangifte omzetbelasting of loonheffing standaard drie maanden uitstel zonder oplegging van een verzuimboete. Dat bepleiten beroepsorganisaties NBA, SRA, RB en NOAB in een nieuwe gezamenlijke brief aan minister Hoekstra van Financiën.
Naar aanleiding van nieuwe signalen uit de praktijk bepleitten de vier in hun brief een praktischer invulling van het verkrijgen van uitstel van betalingen van belastingen dan nu het geval is. Vanuit de praktijk zijn signalen gekomen dat het aanvragen van het toegezegde uitstel een groot administratief proces tot stand brengt, licht de NBA toe. Het aanvragen van uitstel moet namelijk gebeuren aan de hand van een brief per belastingplichtige. Gezien de verwachte aantallen van bedrijven die gebruik gaan maken van deze regeling zorgt dat voor grote hoeveelheden brieven die fysiek verstuurd moeten gaan worden. Al deze brieven moeten weer door de Belastingdienst worden verwerkt.
Efficiënter
Dit proces kan volgens de betrokken organisaties efficiënter. Daarom verzoeken de beroepsorganisaties de minister om de huidige procedure te vereenvoudigen: ‘Geef een ondernemer die niet betaalt na het doen van de aangifte omzetbelasting en/of loonheffing, standaard drie maanden uitstel zonder oplegging van een verzuimboete. De Belastingdienst kan de naheffing gewoon sturen maar die wordt niet ingevorderd. Na verloop van drie maanden stuurt de Belastingdienst een herinnering dat de ondernemer moet betalen of alsnog om langer uitstel moet verzoeken.’
Melding betalingsonmacht
Daarnaast vragen de organisaties ook aandacht voor het melden van betalingsonmacht en voor de aangifte omzetbelasting voor het eerste en tweede kwartaal: ‘Langs deze weg vragen wij ook uw aandacht voor de regeling Melding betalingsonmacht. We zouden graag met uw Ministerie in overleg willen treden over de thans voorgestelde regeling, die een tijdige melding door ondernemers onmogelijk maakt. Ondernemers zijn immers gefocust op overleven en doen daar alles voor. Ook hier bepleiten we een verlenging van de termijn.
Naast bovenstaande denken wij dat het goed is als het Ministerie aangeeft dat de BTW-aangifte voor het tijdvak Q1 en Q2 een schatting mag zijn. Voor veel ondernemers is het moeilijk dan wel nagenoeg onmogelijk om de administratieve bescheiden af te leveren aan de fiscaal dienstverlener. Onze leden willen uiteraard een juiste en volledige aangifte doen. Dat uitgangspunt komt thans behoorlijk in de knel. Een aanwijzing dat een reële schatting in deze unieke situatie ook mogelijk is, waarbij op jaarbasis alles rechtgetrokken wordt, haalt de druk ook hiervan af.’
Lees hier de volledige brief.
Fiscale maatregelen
Eerder deze week stuurden de vier organisaties ook al een gezamenlijke brief aan minister Hoekstra van Financiën. Daarin vroegen ze om drie aanvullende maatregelen vanwege de coronacrisis: versoepeling van de termijn van een aantal fiscale bepalingen om de werkdruk voor advieskantoren te verlagen, meer duidelijkheid over de positie van de DGA en de regelingen waar zij specifiek gebruik van kunnen maken en uitsluitsel over het urencriterium in het kader van het Noodpakket Banen en Economie.