Verschillende fiscalisten zetten vraagtekens bij de fiscale voorwaarden die het kabinet afgelopen vrijdag besloot te stellen aan individuele steun aan bedrijven.
Bedrijven met onwenselijke belastingconstructies kunnen alleen individuele steun aanvragen bij de overheid als zij geen vestiging hebben in een land met een te laag belastingtarief en geen rente of royalty’s betalen aan vestigingen van het concern in landen met een te laag belastingtarief en landen die op de Europese lijst staan, besloot het kabinet op voorstel van staatssecretaris Vijlbrief van Financiën.
In het FD waarschuwen enkele fiscalisten dat bedrijven in nood door die voorwaarden over de rand kunnen vallen. ‘De overheid vraagt aan ondernemingen die het water al tot aan de lippen staat, om ook nog even hun structuur te herzien, terwijl die volledig in lijn met de wet is ingericht.’ Dat zegt hoogleraar Europees belastingrecht aan de Universiteit van Amsterdam Dennis Weber, die ook voor Loyens & Loeff werkt. Ondernemingen in nood worden volgens Weber met onmogelijke eisen opgezadeld. Bovendien zouden de fiscale voorwaarden geen standhouden bij het Europees Hof van Justitie in Luxemburg, omdat ze strijdig zijn met het vrije verkeer van kapitaal.
Hoogleraar belastingrecht aan Maastricht University Raymond Luja, die ook aan Loyens & Loeff is verbonden, verwacht niet dat de Europese Commissie problemen zal hebben met de Nederlandse voorwaarden. Wel ziet hij net als zijn collega dat in sommige gevallen het vrije verkeer van kapitaal in het geding kan zijn.
Hoogleraar belastingrecht Sjoerd Douma (UvA) begrijpt dat de politiek voor draagvlak moet zorgen. ‘Eerst zo weinig mogelijk belasting betalen en dan hulp vragen van de belastingbetalers, dat is lastig uit te leggen.’ Douma vindt de criteria echter nogal arbitrair.
Bron: FD