De mogelijkheid om als fiscale eenheid gebruik te maken van de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) gaat mogelijk pas later in, heeft de ministerraad vrijdag besloten. Er moet namelijk nog worden gewacht op het oordeel van de Europese Commissie over de vraag of de steun wel geoorloofd is. De mogelijkheid om de BIK voor fiscale eenheden later in werking te laten treden bij koninklijk besluit wordt nu voor spoedadvies aan de Raad van State gezonden.
De doelstelling van de BIK is het tijdelijk stimuleren van investeringen in Nederland. Zonder goedkeuring van de Europese Commissie kan het systeem van de fiscale eenheid in de BIK er echter toe leiden dat sommige investeringen in een ander EU-land ook BIK-subsidie krijgen. Dat is niet de bedoeling van het kabinet.
Goedkeuring Europese Commissie
Buitenlandse maatschappijen kunnen geen deel uitmaken van een Nederlandse fiscale eenheid. Dit betekent dat een Nederlandse maatschappij ook geen BIK kan aanvragen voor een investering van een buitenlandse moeder- of dochtermaatschappij. Investeringen in een ander EU-land krijgen daardoor geen BIK-subsidie. Tijdens de behandeling van het pakket Belastingplan 2021 in de Tweede Kamer is al aangegeven dat dit ter goedkeuring aan de Europese Commissie wordt voorgelegd. Als na deze goedkeuring de mogelijkheid om als fiscale eenheid gebruik te maken van de BIK gaat gelden zal dat met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021 zijn.