Het OM heeft een boete van € 50.000 opgelegd aan een hoogleraar belastingrecht. Hij heeft bij een boekenonderzoek opzettelijk onjuiste informatie gegeven aan de Belastingdienst.
De hoogleraar deed dat voor een maatschap waarbij hij betrokken was. ‘Het OM vindt dat een ernstig verwijt, want juist van een hoogleraar belastingrecht verwacht het OM dat deze de Belastingdienst op juiste wijze informeert’, zo licht Justitie de boete toe. De FIOD startte drie jaar terug een onderzoek naar aanleiding van een boekenonderzoek door de Belastingdienst.
Geen administratieplicht
Het vermoeden was dat de hoogleraar in 2014 de Belastingdienst onjuist had geïnformeerd over de administratie van een maatschap waarmee hij en een partner hun onroerend goed beheerden. ‘Tijdens het boekenonderzoek constateerde de Belastingdienst dat er mogelijk activiteiten binnen de maatschap waren waarvoor administratie bijgehouden moest worden en verdachte werd om die administratie verzocht. Door verdachte werd aan de Belastingdienst medegedeeld dat er geen administratie beschikbaar was en dat volgens verdachte voor de activiteiten van de maatschap geen administratieplicht ex artikel 52 van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen van toepassing was. Aangezien de Belastingdienst van oordeel was dat de maatschap wel administratieplichtig was, heeft de Belastingdienst daarvoor een informatiebeschikking afgegeven.’ In april en mei 2015 kwam hij alsnog met administratieve stukken over de brug.
Voorbeeldfunctie
Iedereen is verplicht gegevens en de juiste inlichtingen te verstrekken die voor de belastingheffing van belang kunnen zijn. ‘Op basis van het onderzoek concludeert het OM dat verdachte opzettelijk onjuiste en onvolledige informatie verstrekte aan de Belastingdienst met betrekking tot de administratie van de maatschap. De onderhavige zaak is fiscaal reeds afgewikkeld. Gelet daarop wordt met de te betalen geldboete alsnog recht gedaan.’ De boete is met name opgelegd omdat het OM vindt dat een hoogleraar belastingrecht een voorbeeldfunctie heeft en de Belastingdienst juist had moeten voorlichten. ‘Het OM vindt het ernstige strafbare feiten, want op basis van zo volledig mogelijke informatie berekent de Belastingdienst het verschuldigde bedrag aan belasting. Het achterhouden van informatie bemoeilijkt dit. Het OM ziet de betaling van een geldbedrag van € 50.000 als een passende en effectieve afdoening. In de zittingszaal was het OM tot een vergelijkbare eis gekomen. De zaak is hiermee afgedaan.’