In het coalitieakkoord is aangekondigd dat er een laagdrempelige, onafhankelijke fiscale rechtshulp komt naar voorbeeld van de Verenigde Staten om praktische rechtsbescherming beschikbaar en toegankelijker te maken. Staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit en Belastingdienst) heeft de Tweede Kamer in een brief geïnformeerd over de mogelijke vormgeving daarvan.
In de brief gaat de staatssecretaris onder meer in op de problemen in de praktische rechtsbescherming in relatie tot de fiscaliteit en op het model van de VS: de Taxpayer Advocate Service (TAS). Ook schetst Van Rij de vormgeving van zulke fiscale rechtshulp en de keuzes die daarin te maken zijn.
Keuzes voor taken, bevoegdheden en vormgeving
Om te komen tot de vormgeving van de fiscale rechtshulp moet er worden gekozen welke taken en bevoegdheden deze krijgt en op basis daarvan kan deze worden vormgegeven. Afhankelijk van de taken, kunnen er bepaalde bevoegdheden passend zijn en vervolgens moet worden bezien welke vormgeving passend is: waar wordt de fiscale rechtshulp gepositioneerd en welke criteria zijn nodig voor toegang. De optie om bestaande initiatieven te versterken en via deze wijze fiscale rechtshulp laagdrempeliger en onafhankelijker te organiseren ligt ook nog open, schrijft Van Rij. Het beschikbare budget zal ook van invloed zijn op de definitieve vormgeving, niet alles kan. Een andere vraag is hoe de samenloop met toeslagen er precies uitziet. Dit zal Van Rij nader onderzoeken samen met de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane.
Taak 1: Brede integrale intake
Iedereen die aanklopt bij de fiscale rechtshulp met een fiscaal probleem moet verder geholpen worden. Bij deze taak onderzoekt de fiscale rechtshulp wat het probleem is en hoe dit opgelost kan worden. Dit kan een aantal uitkomsten hebben: (1) actieve doorverwijzing naar een onderdeel van de dienstverlening van de Belastingdienst als dit het meest passend is; (2) actieve doorverwijzing naar al beschikbare rechtshulp; (3) de zaak wordt verder opgepakt door de fiscale rechtshulp.
Bij dit type taak moet de ‘één loket’-gedachte mee worden genomen bij de vormgeving. Mogelijk zal daar overlap in werkzaamheden zijn. De fiscale rechtshulp moet aanvullend zijn op deze ontwikkelingen. Het risico van deze taak is dat het potentieel een aanzuigende werking heeft. Burgers en bedrijven die potentieel al geholpen kunnen worden binnen de dienstverlening van de Belastingdienst kunnen hier dan te snel een beroep op doen.
Taak 2: Fiscale rechtshulp
De werkzaamheden bestaan uit het bieden van fiscale rechtshulp in tijdens bezwaar en beroep en bij rechtsgang. Er is in Nederland al in een bepaalde mate laagdrempelige toegang tot rechtshulp voor fiscale zaken via de RATZ, Sociale Raadsleden en de rechtswinkel.
In 2021 zijn afgerond 27.560 belastingzaken bij de rechtbanken binnengekomen. Hierin zijn niet alleen zaken rondom Rijksbelastingen begrepen, maar ook gemeentelijke belastingen zoals de waardering onroerende zaken (WOZ). Als de werkzaamheden moeten toezien op fiscale rechtshulp, dient nader onderzocht te worden voor welke doelgroep de fiscale rechtshulp in Nederland nog niet toegankelijk is en welke type belastingzaken worden behandeld.
Taak 3: Fiscale belangenbehartiger
De werkzaamheden liggen bij het helpen wanneer een belastingplichtigen vastloopt bijvoorbeeld bij hardheden. Hierdoor wordt fiscale rechtsgang zoveel mogelijk voorkomen. Het doel is om te faciliteren dat er laagdrempelig een oplossing kan komen. Hierbij is ook het risico dat burgers en bedrijven snel een beroep kunnen doen op de fiscale rechtshulp, terwijl een oplossing binnen de dienstverlening van de Belastingdienst ook mogelijk is.
Taak 4: Systeemkritiek
De TAS in de VS rapporteert twee keer per jaar aan het Congres over de grote problemen en de oplossingen. De TAS heeft daarbij een rol ten opzichte van de werking in het systeem. Er zou gekozen kunnen worden voor de bevoegdheid van systeemkritiek. Tegelijkertijd zit er dan grote overlap met de werkzaamheden van de IBTD die ook deze rol vervullen. Het is onwenselijk om overlappende taken te hebben met andere instanties.
Bevoegdheid 1: Doorzettingsmacht
Doorzettingsmacht betekent de mogelijkheid om regie te voeren en bepaalde keuzes af te dwingen. Dit kan in dit verband te maken hebben met: (1) het ‘bevriezen’ van zaken / op een pauze knop drukken; (2) een alternatieve oplossing aanbieden als de Belastingdienst en de belastingplichtige er niet uitkomen; en (3) de systemen of wetgeving indien die structureel problematisch zijn. Hierbij geldt dat voor het ‘bevriezen’ van zaken dit al mogelijk is door de Belastingdienst. Alleen is het voor een burger lastig om dit in gang te zetten.
Bevoegdheid 2: rechtstreekse rapportagelijn naar de Kamer
Er kan voor gekozen worden om de fiscale rechtshulp direct te laten rapporteren aan de Kamer, waarbij ook de grootste problemen die belastingbetalers raken en oplossingen worden aangeboden. Het maakt hiervoor niet uit waar de fiscale rechtshulp is gepositioneerd. Hierbij dient rekening te worden gehouden dat er geen overlap in taken zit met de IBTD.
Vormgeving 1: Toegankelijkheid
De fiscale rechtshulp moet laagdrempelig toegankelijk zijn voor burgers en bedrijven die anders tussen wal en schip vallen. Afhankelijk van de taken en bevoegdheden zal wel of niet een grote groep belastingplichtigen gebruik willen maken van de fiscale rechtshulp. Indien er geen criteria zijn kan er een grote aanzuigende werking zijn, waardoor de fiscale rechtshulp overbelast wordt en het budget niet toereikend is. Tegelijkertijd is het wel wenselijk om iedereen die hulp nodig heeft op een manier verder te kunnen helpen. Er kan worden gedacht om voor bepaalde type taken andere criteria te hanteren om er gebruik van te mogen maken. Gedacht kan worden aan de volgende criteria (1) criteria rondom doenvermogen; (2) inkomens- en/of vermogensgrens; en (3) hoe hard de wetgeving uitpakt.
Vormgeving 2: Onafhankelijkheid en positionering
Belanghebbenden uit het veld en ook de Belastingdienst geven aan dat onafhankelijkheid belangrijk. Het is daarom een overweging om de fiscale rechtshulp buiten de Belastingdienst te organiseren. De fiscale rechtshulp kan dan worden georganiseerd binnen het ministerie van Financiën of binnen bestaande organisaties binnen de Rijksoverheid. Ook kan er gekozen worden om een nieuwe organisatie op te richten, zoals bijv. een agentschap of een Zelfstandig Bestuursorgaan.
Indien er gegevens nodig zijn van de Belastingdienst is de benodigde vormgeving van een juridische grondslag uiteraard een aandachtspunt. Indien er toegang tot systemen nodig is, is dat veel ingrijpender; dan is positionering binnen de Belastingdienst mogelijk de enige oplossing. Indien toegang tot systemen nodig is voor de werkzaamheden zal dit nader onderzocht worden.
Alternatief voor fiscale rechtshulp
Zoals omschreven is de TAS niet één op één over te nemen in Nederland omdat er al veel initiatieven zijn en Nederland een ander rechtsstelsel heeft. Er kan ook voor worden gekozen om geen aparte fiscale rechtshulp op te richten, maar bestaande initiatieven te verbeteren, namelijk een combinatie van:
1. Dienstverlening verbeteren: maak het makkelijker om een pauzeknop te gebruiken.
2. Investeer in bestaande initiatieven: Investeer bij bestaande instanties om de fiscale kennis en hulp te verbeteren.
3. Breidt de taken van de IBTD uit: de IBTD heeft al bevoegdheden rondom systeemkritiek en is ook een belangbehartiger van burgers en bedrijven. Het is mogelijk om taken en bevoegdheden daar uit te breiden.
Vervolg
In november zal er een gezamenlijke bijeenkomst met belanghebbenden uit het veld worden georganiseerd om een gezamenlijke dialoog te voeren, dit dialoog moet bijdragen aan het uitwerken en kiezen van een variant. De staatssecretaris biedt de Kamer middels deze weg ook aan begin 2023 een trialoog te organiseren over de vormgeving van de fiscale rechtshulp. Daarna, in het voorjaar van 2023 informeert hij de Kamer over de gekozen variant en het vervolgproces.