Als de accijnsverhoging op brandstof doorgaat, wordt een liter benzine per 1 januari 2024 bijna 21 cent duurder. Pieter Omtzigt wilde van staatssecretaris Van Rij weten wat het de schatkist kost als Nederlanders over de grens gaan tanken.
Grenseffecten van brandstofaccijnzen zijn moeilijk te berekenen. Er is in september 2022 echter een studie gedaan toen de brandstofprijzen in Nederland, Duitsland en België ongeveer gelijk waren. In Nederland was de brandstofaccijns toen verlaagd. De studie laat zien dat hierdoor naar schatting tussen de 128 miljoen en 215 miljoen liter extra liter benzine is verkocht in Nederland, en tussen de 50 en 160 liter diesel. Dit betreft tussen de 1 en 4% van de totale verkopen in Nederland.
Verschuiving
Van Rij: ‘De verwachting is dat de in het afgelopen jaar extra verkochte liters weer verschuiven naar het buitenland als de accijnzen omhoog gaan per 1 januari 2024 (voor een deel zal dit al gebeurd zijn bij de verhoging per 1 juli). Per 1 januari zal het prijsverschil naar verwachting groter worden dan in de meetperiode door indexering van de tarieven. De studie geeft geen informatie wat het extra effect daarvan zal zijn.’
Tussen 154 en 343 mln euro
Er kan een grove inschatting gegeven worden van het effect op de accijnsopbrengsten doordat mensen gaan tanken over de grens. Dit komt neer op tussen € 122 miljoen en € 207 miljoen aan lagere accijnsopbrengsten per jaar voor benzine en tussen de € 32 miljoen en € 136 miljoen aan lagere accijnsopbrengsten per jaar voor diesel. In het meest gunstige scenario loopt de schatkist 154 miljoen euro mis, in het slechtste scenario gaat het om 343 miljoen euro.
Minimumbelastingniveaus
Op Europees niveau zijn er minimumbelastingniveaus voor de brandstofaccijns, schrijft Van Rij. Lidstaten zijn vrij om hogere accijns te heffen. De brandstofaccijns in omringende landen zijn niet bepalend voor de Nederlandse accijnstarieven, maar worden wel meegewogen bij het vormen van beleid. De hoogte van accijnstarieven op brandstof zijn primair budgettair ingegeven. Daarnaast is de brandstofaccijns een belangrijk instrument om de externe kosten van het gebruik van brandstof te beprijzen. Tenslotte wordt het effect op de lasten voor burgers en bedrijven gewogen. In het buitenland kan men bij het wegen van deze belangen een andere keuze maken dan Nederland waardoor de accijnstarieven op brandstof per land kunnen verschillen. Het is daarom niet mogelijk om een redelijk maximaal accijnsverschil met buurlanden te geven, aldus de demissionaire staatssecretaris.
Binnen gedragseffect
Van Rij wijst Omtzigt naar de vervolgresultaten van het onderzoek grenseffecten brandstofaccijns. Hieruit blijkt volgens hem dat er door verhoging van de brandstofaccijns weliswaar grotere grenseffecten optreden, maar dat die grenseffecten binnen het gedragseffect blijven waarmee de budgettaire opbrengst voor de brandstofaccijns wordt geraamd. Voor de grenseffecten zijn eventuele wijzigingen in de hoogte van de accijnstarieven op brandstof in buurlanden ook van belang. Dat is afhankelijk van de besluitvorming in die landen.
Download hier de antwoorden van de staatssecretaris.