
Een werknemer kwam in 2022 in dienst als senior belastingadviseur bij Kaap Hoorn Belastingadviseurs en vroeg zijn nieuwe werkgever om het leasecontract van zijn Kia over te nemen van zijn vorige werkgever. De nieuwe werkgever was daartoe bereid, maar kreeg een gepeperde rekening van bijna € 10.000 van de leasemaatschappij nadat de werknemer zijn arbeidsovereenkomst had opgezegd, vanwege de voortijdige beëindiging van het leasecontract.
Na verrekening met het salaris bleef daarvan nog € 7.052,87 over, en het belastingadvieskantoor vroeg de belastingadviseur dan ook om dat bedrag over te maken. Maar de belastingadviseur stelde dat er nooit een overeenkomst was aangegaan op basis waarvan hij een afkoopsom verschuldigd is en dat ook geen sprake is van een onrechtmatige daad of strijd met goed werknemerschap. De kantonrechter oordeelt dat er inderdaad geen overeenkomst was, maar dat het ook niet redelijk is dat alle kosten voor rekening van het belastingadvieskantoor komen.
Afkoopsom
In totaal vorderde het Hoornse Kaap Hoorn Kaap Hoorn bij de kantonrechter € 7.780,74 van de belastingadviseur. Kaap Hoorn legt aan de vordering ten grondslag dat de belastingadviseur bekend is en heeft ingestemd met de voorwaarden waaronder Kaap Hoorn het leasecontract van de vorige werkgever heeft overgenomen, en dat hij daarom een afkoopsom verschuldigd is na de voortijdige beëindiging van dat leasecontract. Daarnaast is de belastingadviseur volgens Kaap Hoorn gehouden een afkoopsom te betalen op grond van goed werknemerschap dan wel een onrechtmatige daad, voert het kantoor bij de kantonrechter aan.
Geen overeenkomst
Uit artikel 7.2 van de arbeidsovereenkomst van de belastingadviseur volgt dat de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling van de auto in een aparte overeenkomst worden opgenomen en dat die overeenkomst als bijlage bij de arbeidsovereenkomst wordt gevoegd. Op de zitting erkent Kaap Hoorn dat er bij het aangaan en ondertekenen van de arbeidsovereenkomst op of rond 28 december 2021 geen aparte overeenkomst voor de leaseauto is gevoegd, zoals bedoeld in artikel 7.2 van de arbeidsovereenkomst. De belastingadviseur heeft een dergelijke aparte overeenkomst ook nooit ondertekend. Integendeel, Kaap Hoorn heeft hem eind januari 2022 en na aanvang van het dienstverband alsnog een aparte overeenkomst voor de leaseauto aangeboden, maar onweersproken is dat de belastingadviseur deze overeenkomst niet heeft geaccepteerd en daartegen bezwaar heeft gemaakt. Kaap Hoorn is hier vervolgens niet meer op teruggekomen en heeft de belastingadviseur niet gevraagd alsnog in te stemmen met een aparte overeenkomst.
Dat betekent dat partijen geen aparte overeenkomst zijn aangegaan voor de leaseauto en dat Kaap Hoorn op basis daarvan ook geen afkoopsom in rekening kan brengen bij de belastingadviseur, oordeelt de kantonrechter. Er is ook geen sprake van een stilzwijgende instemming van de belastingadviseur met de aangeboden overeenkomst of voorwaarden, omdat hij de door Kaap Hoorn aangeboden aparte overeenkomst juist heeft geweigerd. Kaap Hoorn heeft in dit verband nog gesteld dat in de arbeidsovereenkomst naar het Personeelshandboek wordt verwezen, maar die enkele verwijzing levert geen contractuele basis op om de afkoopsom in rekening te kunnen brengen bij de belastingadviseur.
Goed werknemerschap
Daarnaast stelt Kaap Hoorn dat de belastingadviseur gehouden is tot betaling van de afkoopsom op grond van goed werknemerschap. Hierin wordt Kaap Hoorn gedeeltelijk gevolgd, oordeelt de kantonrechter. Kaap Hoorn en de belastingadviseur zijn niet alleen gebonden aan de schriftelijke arbeidsovereenkomst en contractuele afspraken, maar zijn op grond van de wet ook verplicht om zich als goed werkgever en goed werknemer te gedragen.
De belastingadviseur had ondanks het ontbreken van een contractuele regeling moeten begrijpen dat voortijdige beëindiging van het leasecontract als gevolg van zijn opzegging van het dienstverband zou kunnen leiden tot kosten, zoals een afkoopsom, mede gelet op zijn functie als senior belastingadviseur. De belastingadviseur was zich er ook van bewust dat bij zijn vorige werkgever een regeling gold voor voortijdige beëindiging van het leasecontract. Verder is van belang dat het leasecontract van de vorige werkgever op verzoek van de belastingadviseur door Kaap Hoorn is overgenomen en dat Kaap Hoorn kenbaar heeft gemaakt dat zij daartoe bereid was onder de voorwaarden van haar autoleaseregeling.
Gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden is het naar het oordeel van de kantonrechter onredelijk dat Kaap Hoorn alle kosten moet dragen die voortvloeien uit de (voortijdige) beëindiging van het leasecontract als gevolg van de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de belastingadviseur. De verplichting van de belastingadviseur om zich als goed werknemer te gedragen, brengt mee dat het redelijk is dat in ieder geval een deel van deze kosten voor zijn rekening komt. Gelet op de aard van de zaak is er geen exacte berekening mogelijk van het deel van de kosten dat voor rekening van de belastingadviseur moet komen. De kantonrechter zal die kosten daarom naar billijkheid vaststellen op de hiervoor genoemde bedragen die Kaap Hoorn heeft verrekend met het salaris. Daarmee wordt ook rekening gehouden met de onderlinge verhouding en belangen van partijen.