Spaarders die hun belastingaangifte na 30 april indienen krijgen te maken met belastingrente, en daardoor een definitieve aanslag die hoger uitvalt dan de voorlopige aanslag. Oorspronkelijk ging de Belastingdienst namelijk uit van een rendement van 0,36% op spaargeld, maar vanwege de gestegen rente vorig jaar is het percentage bij de definitieve aanslag gecorrigeerd naar 0,92%. Dat meldt het FD.
Als spaarders uitstel hebben aangevraagd en niet vóór 1 mei IB-aangifte doen, komt er vanaf 1 juli op jaarbasis 7,5% belastingrente bovenop het verschil tussen de belasting op het rendement in de voorlopige en de definitieve aanslag.
Overleg ministerie van Financiën
Fiscalisten en belangenorganisaties adviseren spaarders en hun adviseurs na overleg met het ministerie daarom dringend om vóór 1 mei een aanpassing van de voorlopige aanslag 2023 aan te vragen om deze extra kosten te vermijden. Daarbij wordt wel gewaarschuwd dat niet zeker is dat de fiscus die aanslag dan ook verhoogt zolang het opgegeven vermogen ongewijzigd blijft.
Het Ministerie van Financiën heeft erkend dat er een probleem is met de onbedoelde belastingrente, maar ziet geen andere oplossing dan tijdige aangifte of aanpassing van de voorlopige aanslag.
Bron: FD