
De derde pijler regel je helemaal zelf, in tegenstelling tot de eerste twee pijlers.
De eerste pijler is het basispensioen van de overheid (AOW) en de tweede pijler is het pensioen dat je via je werkgever opbouwt. De derde pijler is helemaal vrijwillig en je bepaalt zelf hoe je dit invult. Laten we dieper ingaan op wat deze pijler precies inhoudt.
Waarom een derde pijler?
De derde pijler pensioen is er voor iedereen die zijn pensioen wil versterken om zeker te zijn van genoeg inkomen na het werkleven. Dit is vooral belangrijk voor zelfstandige ondernemers en werknemers die mogelijk niet genoeg pensioen opbouwen via hun werkgever. Je kunt dus zelf het initiatief nemen en zo een financiële reserve opbouwen die voor meer financiële vrijheid zorgt na de pensionering.
Hoe werkt het?
In de derde pijler gebruik je verschillende financiële producten. Denk bijvoorbeeld aan banksparen en lijfrenteverzekeringen. Op die manier kun je een aanvullend pensioen opbouwen. Het geld dat je spaart of belegt, zet je op een geblokkeerde rekening die speciaal voor je pensioen is bedoeld. Je kunt dit geld niet tussentijds opnemen, waardoor het beschikbaar blijft voor uitkeringen in de toekomst.
Fiscaal voordeel
Een groot voordeel van de derde pijler is het belastingvoordeel. Je kunt bijvoorbeeld de bijdrage voor je aanvullend pensioen aftrekken van je belastbare inkomen in box 1. Dit betekent dat je tijdens de opbouwperiode minder belasting betaalt. Bovendien is het opgebouwde vermogen beschermd onder het depositogarantiestelsel en dat geeft weer extra zekerheid.
Verschillen met de eerste en tweede pijler
In tegenstelling tot de eerste pijler (AOW), die iedereen in Nederland een basispensioen biedt, en de tweede pijler, waarbij je via je werkgever pensioen opbouwt, is de derde pijler volledig individueel en optioneel. Je hebt zelf de vrijheid om te kiezen hoeveel je inlegt en hoe je dat doet, afhankelijk van je persoonlijke financiële situatie en je wensen voor je pensioen.
Wat is de eerste pijler dan precies?
De eerste pijler van het pensioensysteem in Nederland komt van de overheid. Elke Nederlander heeft recht op een basispensioen onder de Algemene Ouderdomswet (AOW). Op dit moment begint de AOW-uitkering op 65-jarige leeftijd, maar de leeftijdsgrens zal geleidelijk verhoogd worden naar 67 jaar. Naast de AOW zijn er ook situaties waarin de overheid een pensioen uitkeert, zoals bij arbeidsongeschiktheid en overlijden. In het geval van overlijden ontvangen je nabestaanden een pensioenuitkering. Je partner en/of kinderen krijgen dan elke maand een bedrag.
Starten met opbouwen
Het is verstandig om zo snel mogelijk te beginnen met het opbouwen van je aanvullend pensioen via de derde pijler. Hoe eerder je start, hoe meer tijd je geld heeft om te groeien door rente of beleggingsrendement. Dit verhoogt de kans dat je later een comfortabel pensioeninkomen hebt.