
Aanleiding
X is in gemeenschap van goederen gehuwd met Y. Tot de huwelijksgemeenschap behoren alle aandelen in X BV. X overlijdt. In zijn testament heeft X het vruchtgebruik van zijn nalatenschap gelegateerd aan Y en zijn zoon Z als enig erfgenaam benoemd. Voorafgaande aan de afgifte van het vruchtgebruiklegaat, worden alle tot de ontbonden huwelijksgemeenschap behorende aandelen in X BV aan de nalatenschap toegedeeld (turboverdeling).
Vraag
Kan de faciliteit van artikel 4.12a van de Wet inkomstenbelasting (hierna: Wet IB 2001) worden toegepast op reguliere voordelen uit aandelen die door middel van een zogenoemde turboverdeling aan de nalatenschap zijn toebedeeld?
Antwoord
Nee, de faciliteit van artikel 4.12a Wet IB 2001 is beperkt tot de (onverdeelde) helft van de aandelen in X BV waartoe X gerechtigd was in de huwelijksgemeenschap.
Een nadere beschouwing van de fiscus over het standpunt vind je hier.