Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelde namelijk dat de minister terecht alle subsidie, ruim 25.000 euro, terecht heeft teruggevorderd. Dat het administratiekantoor de aanvraag voor de klant verkeerd indiende, speelt daarbij een grote rol. Maar het is niet het enige, aldus het CBB.
TVL-aanvraag
In het vierde kwartaal van 2020 deed het administratiekantoor uit Hoofddorp een TVL-aanvraag voor een restaurant, dat klant was. Van de ruim 31.000 euro die werd aangevraagd, kende de minister 25.000 euro als voorschot toe. In juli 2022 stelde de minister de verleende subsidie echter vast op € 0,- en werd het betaalde voorschot teruggevorderd. Bezwaar van het restaurant haalde niets uit.
Bij de behandeling bleek wat de reden van de terugvordering was: het administratiekantoor had per abuis niet het KvK-nummer van de klant op de aanvraag gezet, maar zijn eigen KvK-nummer. Dit gebeurde met e-Herkenningssoftware. Omdat noch het restaurant noch het administratiekantoor (tijdig) een verzoek om vaststelling van de subsidie deed werd de subsidie ambtshalve vastgesteld op € 0.
Fout nummer
In het bestreden besluit stelde de minister dat hij ervan uitgegaan was dat de aanvraag was ingediend voor het administratiekantoor. Uit de gegevens van de Belastingdienst was gebleken dat die onderneming geen omzetverlies had geleden en daarom niet in aanmerking kwam voor subsidie op grond van de TVL. Dat de aanvraag via het administratiekantoor was gelopen omdat het restaurant de e-Herkenning nog niet op orde had, komt voor rekening en risico van de onderneming, aldus de minister.
Het restaurant voerde aan dat het administratiekantoor een foutje had gemaakt, maar dat deze in het licht moest worden gezien van de tijdsdruk waaronder alles destijds plaatsvond. De onderneming wees erop dat de minister naar aanleiding van de aanvraag vragen had gesteld over de omzetgegevens en het bankrekeningnummer. Hierop had de onderneming keurig antwoord gegeven en zij was er vervolgens vanuit gegaan dat de aanvraag daarmee akkoord was. Doordat het administratiekantoor niet tijdig de vaststelling aanvroeg, was er nu een probleem ontstaan. Maar, zo benadrukte het restaurant, het administratiekantoor had geen enkel voordeel gehad en alleen het restaurant, als klant van de boekhouders, was nu de dupe.
De minister stelde dat hij tijdens het aanvraagproces per abuis niet had opgemerkt dat het opgegeven KvK-nummer niet correspondeerde met de overgelegde stukken van de onderneming. De subsidie was daarom verleend op basis van de in de aanvraag opgegeven omzetgegevens. Omdat geen vaststellingsaanvraag is ingediend, moest de minister de subsidie ambtshalve vaststellen op basis van de bij hem bekende gegevens. In dit geval zijn dat de aangiften omzetbelasting van het administratiekantoor omdat daarvan het KvK-nummer op de aanvraag stond.
Zelf verantwoordelijk
Hoewel de minister zei te begrijpen dat ondernemers aan het begin van de pandemie onbekend waren met het aanvragen van een subsidie op grond van de TVL en de bijbehorende vereisten, is dit geen omstandigheid die maakt dat er subsidie kan worden toegekend aan een onderneming die geen aanvraag heeft ingediend. Het aanvraagproces was immers voor iedere ondernemer nieuw. Het restaurant was er zelf verantwoordelijk voor dat zij beschikt over de middelen om een aanvraag in te kunnen dienen. Verder had het in de rede gelegen dat er tijdens de aanvraagperiode contact was opgenomen met de minister en melding was gemaakt van het feit dat de onderneming niet over e-Herkenning beschikte, zodat een passende oplossing had kunnen worden gezocht. Dat is niet gebeurd. Het niet tijdig beschikken over e-Herkenning dient daarom voor rekening en risico van de onderneming te komen.
Het College stelde het volgende: omdat het administratiekantoor bij de aanvraag haar eigen KvK-nummer had ingevuld, heeft de minister subsidie verleend aan het administratiekantoor. Het verleningsbesluit was ook aan haar geadresseerd. Niet in geschil is dat het administratiekantoor geen omzetverlies heeft geleden en daarom geen recht heeft op subsidie op grond van de TVL. De minister was daarom bevoegd de subsidie vast te stellen op € 0,-.
Het College was verder van oordeel dat de minister ook gebruik mocht maken van deze bevoegdheid. De minister hoefde geen aanleiding te zien om de aanvraag van het administratiekantoor aan te merken als aanvraag van de onderneming. De minister heeft terecht opgemerkt dat het op de weg van de onderneming had gelegen om contact op te nemen met de minister toen bleek dat zij niet beschikte over de benodigde e-Herkenning. Dat heeft zij echter niet gedaan. In plaats daarvan heeft het administratiekantoor de aanvraag via haar eigen e-Herkenning ingediend en daarbij de fout gemaakt geen machtiging te gebruiken en haar eigen KvK-nummer in te vullen.
Jurisprudentie
Het College heeft al vaker geoordeeld dat fouten van een dienstverlener voor rekening en risico komen van diegene namens wie gehandeld wordt (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 5 september 2023). De minister heeft naar aanleiding van de aanvraag weliswaar vragen aan het administratiekantoor gesteld omdat de opgegeven omzet niet overeenkwam met de gegevens van de Belastingdienst, maar dat betekent nog niet dat de minister daarmee heeft erkend dat de aanvraag voor de verkeerde onderneming was ingediend. Het is de verantwoordelijkheid van de onderneming om op de juiste manier een subsidieaanvraag in te dienen. Het financieel nadeel dat de onderneming lijdt, maakt het bestreden besluit niet om die reden onevenredig.
Het beroep is ongegrond.
Lees hier de uitspraak.