De helft tot driekwart van de zzp’ers in de landbouw kan na 1 januari als ‘schijnzelfstandig’ worden aangekenmerkt. Dat stellen de accountants van Countus, Alfa en Flynth. Tot nu toe was dit geen probleem, omdat de belastingdienst de afgelopen acht jaar niet actief op schijnzelfstandigen joeg. Maar dat verandert per 1 januari.
Verkapt dienstverband
Om de Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie) gestand te doen, gaat de Belastingdienst dan handhaven op schijnzelfstandigheid, ofwel verkapt dienstverband van zzp’ers (zelfstandigen zonder personeel). Dat is het geval als sprake is van een gezagsverhouding: de zzp’er kan zichzelf niet laten vervangen en als loon uitbetaald wordt.
“Vooral op gezag kan het misgaan”, zegt fiscalist loonheffingen Trudy Maat van accountantsbureau Flynth in vakblad De Boerderij. “Een zzp’er heeft zelf de vrijheid om zijn uren te maken, maar de landbouwpraktijk is anders. Denk bijvoorbeeld aan zzp’ers die stallen schoonmaken; dat gebeurt natuurlijk op gezette tijden.”
Landbouw extra geraakt
Alle sectoren krijgen te maken met handhaving op schijnzelfstandigheid. Toch wordt de landbouw in het bijzonder geraakt. Dit komt omdat in deze sector veel zzp’ers werken die feitelijk verkapt in loondienst zijn. Hoewel de Belastingdienst vanaf 1 januari 2025 slechts een deel van de zzp’ers en opdrachtgevers kan controleren op schijnzelfstandigheid, biedt dat geen garanties voor boeren. De fiscus kan de komende jaren naheffingen toepassen die tot 1 januari 2025 terug gaan. “Als zzp’ers jaren later toch als werknemers gezien worden, betekent dat een flinke naheffing”, waarschuwt Maat in De Boerderij.
Accountants adviseren boeren – maar dit geldt voor elke werkgever die vreest voor schijnzelfstandigheid – om vaker arbeidscontracten aan te bieden aan zzp’ers, mensen in te huren die bij uitzend- of detacheringsbureaus op de loonlijst staan of zzp’ers in dienst te nemen. Dit zal echter wel sterk kostprijsverhogend werken omdat je als boer loonheffingen en een werkgeversbijdrage in de zorgverzekeringswet moet inhouden. Boeren moeten in ieder geval scherp naar hun samenwerking met zzp’ers kijken. “Niet het contract, maar de praktijk is heilig. In een contract kan staan dat een zzp’er zichzelf kan laten vervangen, maar als dat in de praktijk nooit is gebeurd, sta je niet sterk.”
Lage uurtarieven
De Belastingdienst zal extra kritisch kijken naar zzp’ers die voor meer dan 70% voor één opdrachtgever werken en/of daarvoor voor diezelfde boer in loondienst hebben gewerkt. Werk dat niet ‘uniek’ is voor zzp’ers of inhuur tijdens piekperiodes zijn eveneens ‘verdacht’. Ook uurtarieven onder de € 32 zullen de aandacht van de fiscus trekken, net als zzp’ers die meer dan 32 uur per week voor één opdrachtgever werken.
“De bedoelingen zijn goed, maar er ontstaat door deze maatregel een megaprobleem”, zegt Lubbert van Dellen, marktdirecteur agro van Flynth in De Boerderij. “Ik voorzie in de landbouw stijgende zzp-tarieven en een afname van het aantal betaalde uren.” Van Dellen spreekt van een ‘ordinaire kostprijsverhoging’ waarin de landbouw als sector ook een bijzondere positie heeft. “In de zorg leidt handhaving op schijnzelfstandigheid tot minder handen aan het bed, maar in de landbouw betekent het dat de familie nog meer moet inspringen. De druk op het boerenbedrijf wordt zo groter.”
Overgangsjaar
Agrarische opdrachtgevers kunnen de komende twee maanden volgens accountants niet veel doen om zich voor te bereiden op handhaving op schijnzelfstandigheid van zzp’ers. De financiële ruimte moet er ook zijn om zzp’ers als zodanig te kunnen blijven inhuren. Er geldt overigens een overgangsperiode van een jaar, meldt de Rijksoverheid. Wie kan bewijzen dat er stappen tegen schijnzelfstandigheid worden gezet, krijgt nog geen boete. Belangrijk hierbij: de Belastingdienst kan straks geen naheffing opleggen in de periode vóór 1 januari 2025. Dat kan de Belastingdienst alleen doen als echt sprake is van kwaadwillendheid.
Bron: De Boerderij