De eerste eiser, een particulier die ook een eenmanszaak voert, stuurde in maart 2023 een e-mail aan JE Accountant met het verzoek de aangifte IB 2020 te verzorgen. De accountant voerde deze aangifte echter nooit uit en stelde voor de rechter dat de opdracht uit 2021 alleen latere jaren betrof. De rechter veegde dat verweer van tafel: uit de e-mail bleek dat expliciet opdracht werd gegeven om de aangifte 2020 te doen, en de accountant had die opdracht aanvaard door niet te weigeren. Omdat de werkzaamheden niet zijn uitgevoerd, is sprake van een wanprestatie. De hierdoor opgelegde boete van de Belastingdienst van € 5.899 moet volledig door de accountant worden vergoed, aldus het vonnis.
Factuur en e-mails
De tweede eiser, een besloten vennootschap, stelde dat de aangifte VPB 2022 eveneens onder de lopende overeenkomst viel. JE Accountant betwistte dit, maar kon geen schriftelijke opdrachtbevestiging tonen. De rechter wees erop dat de facturen van de accountant expliciet vermeldden dat de VPB-aangifte onder het vaste jaarpakket viel. Bovendien reageerde de accountant in juli 2023 geruststellend op een verzoek van de cliënt om “ook de aangiftes van de andere bedrijven in te dienen” – zonder aan te geven dat de VPB-aangifte buiten de opdracht viel. Daarmee mocht de cliënt erop vertrouwen dat de accountant deze aangifte zou verzorgen. Ook hier werd geen werk geleverd, wat leidde tot een boete van € 2.757, die de accountant moet vergoeden.
Opschorting niet terecht
Bij de derde vraag ging het om de IB 2022 van de eerste eiser. De accountant erkende de opdracht te hebben ontvangen, maar stelde dat hij het werk had opgeschort wegens signalen van mogelijke fraude. Hij zou om aanvullende informatie hebben gevraagd, maar de cliënt zou niet hebben gereageerd. De rechter vond hiervoor geen enkel bewijs. Er was geen schriftelijke correspondentie, geen verslaglegging en zelfs geen verklaring van de voormalige medewerker die de signalen zou hebben opgemerkt. Omdat het verweer niet was onderbouwd, werd ook dit als wanprestatie aangemerkt. De opgelegde boete van € 385 moet worden betaald door de accountant.
Belastingrente ook vergoed
Naast de boetes vorderden de eisers ook vergoeding van belastingrente ter hoogte van € 2.490. De accountant betoogde dat deze rente geen schade was, omdat de cliënten tijdelijk konden beschikken over het geld. De rechter verwierp dit: de rente ontstond enkel doordat de aangiften te laat waren ingediend, en er was geen bewijs dat de cliënten voordeel hadden van het uitstel. Daarom wordt de rente volledig toegewezen. De eisers kregen ook grotendeels gelijk in hun vordering voor buitengerechtelijke incassokosten, die werden vastgesteld op € 886,46. De beslagkosten bedroegen € 1.327,28 en de proceskosten € 1.062,22. Alle bedragen moeten door JE Accountant worden betaald, vermeerderd met wettelijke rente.
Lees hier de uitspraak.
Accountancy Vanmorgen volgt de anonimiseringsrichtlijnen van Rechtspraak.nl. Dit betekent dat namen van personen in de regel niet vermeld worden, maar bedrijfsnamen wel. De naam JE Accountant staat in de uitspraak op Rechtspraak.nl.
