De staatssecretaris van Financiën heeft een nieuw besluit over de omzetting van een fonds voor gemene rekening (fiscale beleggingsinstelling) in een nv gepubliceerd. Een van de wijzigingen is dat het aantal voorwaarden sterk is teruggebracht door de invoering van algemener geredigeerde voorwaarden.
Het nieuwe besluit vervangt het besluit van 5 december 2005, nr. CPP2005/1783M. De belangrijkste wijziging is het vervallen van de voorwaarde inzake artikel 6 van het Besluit Beleggingsinstellingen in verband met de invoering van een afdrachtvermindering in artikel 11a van de Wet op de dividendbelasting 1965. Ook is het aantal voorwaarden sterk teruggebracht door de invoering van algemener geredigeerde voorwaarden. Zo geldt bijvoorbeeld voor de begeleiding van de vennootschapsbelasting nu de voorwaarde van volledige «indeplaatstreding». Hierdoor gaat de fiscale positie van het fonds nu als geheel over. De vroegere afzonderlijke doorschuif per deelaspect is komen te vervallen.
Fiscaal geruisloze omzetting
Het besluit ziet op situatie waarin de activiteiten van een fonds voor gemene rekening ex artikel 2, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met de status van beleggingsinstelling in de zin van artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting worden voortgezet door een naamloze vennootschap met veranderlijk kapitaal. Dit besluit keurt goed dat de omwisseling van de participaties en de liquidatie van het fonds die zich bij de hier bedoelde voortzetting voordoet fiscaal geruisloos plaatsvinden. Zonder deze fiscale begeleiding zou voor de dividendbelasting sprake zijn van een belastbaar feit in de vorm van een liquidatie-uitkering. Ook de gewenste doorschuif van de vennootschapsbelastingpositie van het fonds naar de nv is niet mogelijk zonder goedkeurende begeleiding.