• Opleidingen
  • Summercourse
  • E-learnings
  • Incompany
    • Incompany gemeenten
  • Docenten
    • Blogs
  • Nieuws
  • Specialisten
  • Dossiers
  • Vacatures
    • Kantoren
    • Carrière
  • Over ons
  • Contact
  • Adverteren
  • Nieuwsbrief
  • LinkedIn
  • Facebook
  • Twitter
  • Mail
  • Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
  • Over ons
  • Contact
  • Adverteren
  • Nieuwsbrief
Fiscaal Vanmorgen

  • Opleidingen
  • Summercourse
  • E-learnings
  • Incompany
    • Incompany gemeenten
  • Docenten
    • Blogs
  • Nieuws
  • Specialisten
  • Dossiers
  • Vacatures
    • Kantoren
    • Carrière
Home » Box 3, ook in 2017 volop in beweging

Box 3, ook in 2017 volop in beweging

Artikelen, Nieuws

23 maart 2017 door Fiscaal Vanmorgen

Fiscaal Vanmorgen

De eerste twee maanden van 2017 heeft de vermogensrendementsheffing van box 3 weer een aantal keren het fiscale nieuws gehaald: een stuk of wat rechtbankuitspraken en daarnaast vragen in de Tweede Kamer. In dit artikel worden deze actualiteiten op een rij gezet. Is de belastingheffing in box 3, uitgaande van een fictief rendement, in strijd met het fundamentele recht op eigendom? De rechter vindt voorlopig van niet.

De Hoge Raad over box 3 in 2010 en 2011

Voor veel spaarders en defensieve beleggers is box 3 momenteel een doorn in het oog. De belastingdruk is immers vaak hoger dan de huidige rentes. Populisten noemen het onteigening of legale diefstal, de Advocaat- Generaal betitelt het liever als een ‘confiscatoire heffing’. Reden voor een aantal belastingplichtigen om de gang naar de rechter te maken met de vraag of box 3 in
strijd is met het fundamentele recht op eigendom. Helaas voor hen heeft de Hoge Raad inmiddels geoordeeld dat dit voor de vermogensrendementsheffing in 2010 en 2011 niet het geval is. ‘Dit stelsel zou slechts dan in strijd komen met artikel 1 van het EP indien zou komen vast te staan dat het destijds door de wetgever voor een lange reeks van jaren veronderstelde rendement van 4% voor particuliere beleggers niet meer haalbaar is en belastingplichtigen, mede gelet op het toepasselijke tarief, zouden worden geconfronteerd met een buitensporig zware last. Dit een en ander is in dit geding niet gesteld of gebleken.’

De proefprocedures over de jaren 2013, 2014 en 2015

In combinatie met de verder gedaalde rente waren deze arresten voldoende aanleiding voor de Bond voor Belastingbetalers om ten strijde te trekken tegen wat zij een ‘Fantasiebelasting’ noemt. Hun oproep om bezwaar te maken tegen box-3-aanslagen vond veel gehoor. Zodanig dat de staatssecretaris van Financiën genoodzaakt werd het aan te wijzen als een massale bezwaarprocedure als bedoeld in artikel 25a AWR. Indienen van bezwaar was hierna niet meer nodig. De Bond voor Belastingbetalers is vervolgens een aantal proefprocedures gestart waarin inmiddels door diverse rechtbanken uitspraak is gedaan. Niet erg onverwacht is in alle procedures, onder verwijzing naar voornoemde overweging van de Hoge Raad, het beroep ongegrond verklaard. Telkens komt terug dat het forfaitair rendement wordt bepaald op basis van een langetermijnrendement. Niet voldoende is dat in een specifiek jaar het rendement lager is dan het forfaitaire. Daarnaast geven de rechtbanken aan dat het forfaitair rendement niet uitsluitend is gebaseerd op spaargelden en staatsobligaties, maar dat ook andere beleggingscategorieën zijn meegewogen. Al met al wordt de forfaitaire 4% toelaatbaar geacht binnen de ruime beoordelingsmarge die de wetgever hiervoor heeft. Uiteraard gaat de Bond voor Belastingbetalers in hoger beroep tegen deze uitspraken, waarschijnlijk via sprongcassatie direct naar de Hoge Raad. Kijkend naar de eerdere arresten lijkt mij de kans echter zeer gering dat de Hoge Raad nu plotseling anders beslist.

Wijzigingen box 3 vanaf 2017

Met ingang van dit jaar is box 3 aangepast. Naast alle maatschappelijke weerstand tegen box 3 was dit ook noodzakelijk. De Hoge Raad overwoog in voornoemd arrest van 2016 namelijk : ‘Indien deze onhaalbaarheid (van 4% aan rendement, (toevoeging JK)) duidelijk zou worden en de wetgever ervoor kiest uit te blijven gaan van een forfaitair rendement, mag van hem worden verlangd dat hij de regeling aanpast teneinde de beoogde benadering van de werkelijkheid te herstellen.’ Hiermee volgde de Hoge Raad het advies van de Advocaat-Generaal: ‘een directe ingreep van de rechter ligt niet direct voor de hand, daar daarbij rechtspolitieke keuzes moeten worden gemaakt die niet aan de rechter zijn. Wel kan de Hoge Raad in de onderhavige zaak zo nodig aankondigen in de toekomst in te grijpen (prospective overruling).’

Vanaf dit jaar is de hoogte van het forfaitair rendement afhankelijk gemaakt van de omvang van het box 3-vermogen. Hoe groter het vermogen, hoe meer risico kan worden genomen en hoe hoger het rendement. In de eerste schijf van box 3 tot € 100.000 (inclusief vrijstelling) geldt de fictie dat het vermogen voor twee derde uit spaargelden bestaat en één derde uit een forfaitaire beleggingsmix. Boven € 1.000.000 aan vermogen wordt uitsluitend belegd. Het rendement voor de verschillende categorieën wordt vervolgens als volgt vastgesteld: • spaargelden: gemiddelde rendement over 3-maandsdeposito’s over de afgelopen 5 jaar;

  • aandelen: 15-jaars gemiddelde MSCI-index Europe
  • OG: 15-jaarsgemiddelde CBS-prijsindexcijfer bestaande koopwoningen;
  • obligaties: 15-jaarsgemiddelde kapitaalmarktrentevoet jongste NL 10-staatsobligatie.

In mijn family office-praktijk besteden we veel aandacht aan het vergelijken van effectenportefeuilles met het marktrendement. Hoewel het definiëren van de ‘markt’ altijd discutabel is, komt die definitie van box 3 totaal niet overeen met wat wij hieronder verstaan. Waarom namelijk alleen Europese aandelen en niet wereldwijd en waarom voor vastgoed alleen maar koopwoningen? Daarnaast klopt de samenstelling van indexen theoretisch evenmin. Daar waar de aandelenindex zowel koerswinst als dividendinkomsten bevat, geldt voor vastgoed uitsluitend de waardeontwikkeling zonder rekening te houden met huurinkomsten. Voor obligaties wordt daarentegen juist alleen naar inkomen, het effectief rendement, gekeken en dan te bedenken dat de kapitaalrente vorig jaar negatief was, terwijl het jaarrendement op staatsobligaties uiteindelijk rond 3,5% lag. Wanneer de rente daalt, stijgen obligaties immers in waarde.

Toekomst box 3

De vraag blijft natuurlijk of de Hoge Raad de wijzingen in box 3 toereikend vindt. De Bond voor Belastingbetalers kan hoop putten uit voornoemd arrest van 2015. Hierin stelde de Hoge Raad namelijk een opstapeling van forfaits, de leegwaarderatio voor verhuurde wonin
gen, buiten werking, zodra de fictie meer dan 10% afwijkt van de werkelijke waarde. Ook de aangepaste box 3 gaat uit van een opstapeling van forfaits: een fictieve beleggingsmix in combinatie met een forfaitair rendement. Kanttekening hierbij is wel dat het in het arrest niet om een wetgeving ging, maar om delegatiewetgeving van een uitvoeringsbesluit.
De staatssecretaris van Financiën heeft in ieder geval alle vertrouwen in de houdbaarheid van de gewijzigde box 3. In antwoorden op Kamervragen geeft hij aan de forfaitaire rendementen zeker haalbaar te achten. Ik, daarentegen, vraag het me af. Op grond van gemiddelde jaarrendementen die private banks de komende 10 jaar verwachten, betekent dit namelijk een belegging in aandelen van zo’n 75% van het totaal, terwijl de beleggingsmix van box 3 uitgaat van slechts 28%. Toch geloof ik niet dat de Hoge Raad het aandurft om de vermogensrendementsheffing buiten werking te plaatsen. Waarschijnlijk ontbreekt de moed om zo ver te gaan en op de stoel van de wetgever plaats te nemen. Bovendien, voordat de vermogensrendementsheffing over 2017 tot aan de Hoge Raad is uitgeprocedeerd, zijn we een aantal jaren verder. Tegen die tijd zal de belastingheffing in box 3 waarschijnlijk opnieuw zijn gewijzigd. De aanpassingen van dit jaar zijn in de ogen van het kabinet slechts een tussenstap. Het belasten van het werkelijke rendement is het uiteindelijke doel. Hiervoor zijn drie systemen geschetst die een balans moeten vinden tussen een rechtvaardiger heffing over het werkelijk rendement versus uitvoerbaarheid en voorkomen van belastingontwijking. Moeilijke keuzes derhalve, een ‘hete aardappel’ die het huidige kabinet heeft overgegooid naar haar opvolgers.

Drs. J.J.A. Knol is directeur en eigenaar van O4 & Partners Private Office en werkzaam als family officer/vermogensregisseur. Hij begeleidt een aantal vermogende (oud-)ondernemers bij het beheren en aansturen van hun vermogen. Hij fungeert als sparringpartner over de strategie, zowel zakelijk als privé, en onderhoudt namens cliënten de contacten met banken, accountants en andere adviseurs.


Dit artikel is ook verschenen in het maartnummer van het kwartaalblad Accountancy Vanmorgen. Voor een abonnement: klik hier. Wilt u meer weten over dit onderwerp? Volg dan de cursus “Vermogen in Box 2 en 3 in 2017: wat te doen met de afkoopsom pensioen?”.

Categorie: Artikelen, Nieuws Tags: box 3

Tags: box 3

Gerelateerde artikelen

20 mei 2025

Crypto-eigenaar kan bezwaar maken tegen box 3-heffing ondanks VSO

19 mei 2025

Staatssecretaris legt kritiek Raad van State naast zich neer: wetsvoorstel box 3 naar Kamer

9 mei 2025

Nederland kiest als enige voor vermogensaanwasheffing

29 april 2025

Hoge Raad bevestigt: cryptovaluta in box 3

Docenten

Imke Bos
Almer de Beer
Almer de Beer
Anne Opbroek
Ewoud de Ruiter
Kirsten Kievit
Saskia Jacobsen
Janita Klomp
Martin de Graaf
Koert van Loon
Rohalt Janssens
Geert Witlox
Martine Cranendonk
Carolien Janssen
Kees Beishuizen
Hanneke Kroonenberg
Bob van Leeuwen
Bob de Koning
Martijn Paping
Martijn Paping
Chanien Engelbertink
Casper Mons
jan wietsma
Jan Wietsma
Ruben Stam
Ruben Stam
Heleen Elbert
Martijn Bedaux
Edwin de Witte
Herman van Kesteren
Léon de Jager
Alex Schrijver
Guney Bagislayici
Teunis van den Berg
Ron Mulder
Kirsten Roskam
Marja van den Oetelaar
Joost Severs
Pieter Kok
Chris Dijkstra
Derwish Rosalia
Roger van de Berg
Arnaud Booij
Bernard Schols
John Bult
Ludo Mennes
Willem Veldhuizen
Erik van Toledo
Barry Willemsen
Hans Tabak
Jeroen Knol
Frans Sijbers
Patrick Wille
Albert Heeling
Wilbert Nieuwenhuizen
Bram Lemmens
Hannah van der Schrier
Debby Kettler
Debby Kettler
Joep Swinkels
Ruben Stam

Blogs

  • Notaris kon btw op kosten niet volledig aftrekken! 13 weergaven

  • Goede doelen en btw; 5 tips waar je als goed doel aan moet denken 11 weergaven

  • OSS en de USA ondernemer: de O staat voor onmogelijk 8 weergaven

  • Hof van Justitie: verplichte vermelding op factuur bij toepassing vereenvoudigde ABC-regeling 3 weergaven

Fiscaal Vanmorgen (FV) is het platform voor belastingadviseurs, fiscalisten, accountants en iedereen die geïnteresseerd is in fiscale opleidingen en fiscaal nieuws.

Fiscaal Vanmorgen is een uitgave van MOCuitgevers Vanmorgen.

 

Categorie

  • Opleidingen
  • Summercourse
  • E-learnings
  • Incompany
    • Incompany gemeenten
  • Docenten
    • Blogs
  • Nieuws
  • Specialisten
  • Dossiers
  • Vacatures
    • Kantoren
    • Carrière

Info

  • Over ons
  • Contact
  • Algemene voorwaarden MOCuitgevers Vanmorgen
  • Annuleringsvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • LinkedIn
  • Facebook
  • Twitter
  • Mail
Cookies
Om u beter van dienst te kunnen zijn, maakt Fiscaal Vanmorgen gebruik van cookies.
  • Ik ga akkoord
  • Instellingen
  • Functionele cookies zijn noodzakelijk voor de werking van deze website
  • We gebruiken Google Analytics, netjes geanonimiseerd
  • Annuleren
  • Ik ga akkoord

Instellingen