De handhaving van de beruchte wet DBA wordt wederom uitgesteld, zo liet staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes onlangs aan de Tweede Kamer weten. Werd de wet in november vorig jaar nog tot 1 januari 2018 in de ijskast gezet, inmiddels is dat 1 juli 2018 geworden. De verlenging komt in het kielzog van een onderzoek naar de mogelijke beleidsvarianten ten aanzien van ‘de kwalificatie van de arbeidsrelatie’. Maar ik vrees dat deze verlenging of uitstel tot een permanente oplossing, net hoe je het noemen wilt, ergens toe zal leiden. Steker nog, de onzekere situatie voor de werkgevers die heeft geleid tot een sterke daling van het aantal zzp-opdrachten blijft zo voortduren.
Hoewel de meeste werkgevers en belangenorganisaties voor zzp’ers het erover eens zijn dat de wet DBA ervoor heeft gezorgd dat zelfstandigen hun opdrachten zagen verdampen, blijft de overheid glashard ontkennen dat er iets aan de hand is. In het ‘Onderzoek varianten kwalificatie arbeidsrelatie’ stelt men dat de ‘macrocijfers geen verslechtering laten zien in het opdrachtvolume of aantal gewerkte uren voor zzp’ers’. Ook al is er volgens de overheid dus niet zoveel aan de hand, toch komt de ambtelijke werkgroep met een tiental mogelijke oplossingen voor de ontstane onrust. Er wordt een aantal nieuwe criteria en nadere specificaties voorgesteld, maar het grijze gebied dat betrekking heeft op de aard van de gezagsverhouding, blijft wat mij betreft onverminderd bestaan. Beoordeling zal nog steeds achteraf plaatsvinden en wat losse suggesties en uitstel van handhaving gaan er mijn inziens niet voor zorgen dat bedrijven ineens een heel andere koers gaan varen. Er wordt wederom voorbijgegaan aan de essentie, namelijk het werkelijke doel en de werkelijke gevolgen van de wet DBA.
Misgelopen inkomsten
Het werkelijke doel van de hele wet DBA-exercitie is volgens mij het veiligstellen van misgelopen inkomsten van de overheid door de flexibilisering van de arbeidsmarkt. De snelgroeiende groep zzp’ers is immers vrijgesteld van bepaalde premies die werknemers in loondienst wel moeten betalen. Maar dat is niet wat de overheid communiceert en daardoor ontstaat de huidige malaise. De wet werd geïntroduceerd om misstanden als schijnzelfstandigheid aan te pakken. Werknemers moesten worden beschermd tegen uitbuiting. Op zich natuurlijk een nobel streven, maar uiteindelijk identificeert de staatssecretaris niet meer dan tien frauduleuze opdrachtgevers in sectoren met laagbetaalde banen. Ga je alleen voor die tien opdrachtgevers de wetgeving aanpassen? Dat is niet geloofwaardig. Hoe zit het met de rest van de markt, die nu op zijn kop staat door de wet?
Mensen die willens en wetens een flexibel contract aangaan, worden nu met kunstgrepen richting een vast contract geduwd, met alle desastreuze gevolgen van dien. Wat de overheid maar niet in lijkt te willen zien, is dat de flexibilisering niet te stoppen is. Millennials hebben hele andere verwachtingen van de arbeidsrelatie en dat kun je niet zomaar terugdraaien. De groep zelfstandigen die bewust het risico van een flexibel contract aangaat, moet je hier niet tegen willen beschermen. Het wordt tijd dat Wiebes kleur bekent en toegeeft dat het om het veiligstellen van overheidsinkomsten gaat. Van daaruit kunnen we vervolgens gaan zoeken naar een oplossing die rekening houdt met de werkelijke situatie op de arbeidsmarkt.
Een ander perspectief
Toekomstige wetgeving moet wat mij betreft veel meer rekening houden met de reactie van werkgevers. Het huidige perspectief is gemankeerd. De wet gaat uit van een arbeidsmarkt die niet meer bestaat. Wanneer je alleen rekening houdt met de vermeende belangen van werknemers, dan kun je niet goed voorspellen hoe werkgevers gaan reageren. En dat is precies waar het nu al meer dan een jaar lang fout gaat. De werkgevers bepalen immers de ontwikkelingen op de markt en het zijn de werkgevers die zich nu proberen te beschermen tegen de onzekerheid die door de wet is ontstaan. Zo kan het gebeuren dat wetgeving die bedoeld is om werknemers te beschermen er nu voor zorgt dat diezelfde werknemers de dupe zijn.
Op naar de toekomst
Hoe moet het nu verder? Het ziet er niet naar uit dat er in de nabije toekomst veel gaat veranderen. De formatie van een nieuw kabinet kan nog wel een tijdje duren en het realiseren van een aangepast wetsvoorstel kan nog jaren in beslag nemen. De wetgeving terugdraaien naar de oude situatie is geen optie, omdat de kwaadwillenden die men aan wilde pakken dan weer vrij spel hebben. Ik hoop dat het nieuwe kabinet in ieder geval lering zal trekken uit de fouten van het vorige kabinet. De wet DBA was een haastklus. De schade die is toegebracht valt helaas niet meer terug te draaien en wanneer je zegt dat je helemaal niet gaat handhaven, creëer je een nog groter vacuüm. We moeten hier dus doorheen zien te komen.
Terug naar de basis
Voor de toekomst is het echter wel belangrijk dat we teruggaan naar de basisprincipes. Wat willen we daadwerkelijk bewerkstelligen met de wet en op welke gebieden van de arbeidsmarkt gaat de wet impact hebben? Maak bijvoorbeeld ook het ondernemersrisico een criterium in plaats van je exclusief op werknemers te focussen. Wees je als overheid verder goed bewust van het feit dat de arbeidsmarkt geflexibiliseerd is en probeer dat niet terug te draaien onder valse voorwendselen. En bovenal: neem voldoende tijd voor de implementatie. Complexe zaken hebben een aanpak nodig die rekening houdt met die complexiteit. Betrek bijvoorbeeld de werkgevers en de belangenorganisaties van zzp’ers bij het ontwerpen van een nieuwe wet. Alleen wanneer iedereen gehoord wordt, kun je aan een oplossing bouwen waarin met iedereen rekening wordt gehouden.
Joost Fortuin is Managing Director bij PageGroup