In een beroepszaak mogen gegevens alleen worden ‘weggelakt’ of geanonimiseerd als daarvoor zwaarwegende redenen bestaan. De geheimhoudingsplicht blokkeert het verstrekken van gegevens van derden in een te behandelen beroepszaak niet.
Dat oordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in een zaak waarin een aanslag IB/pvv ter discussie stond. Ter onderbouwing van de waarde in het economische verkeer bij agrarische bestemming van het in 2010 verkochte perceel, gebruikte de inspecteur deels onleesbaar gemaakte brieven en pagina’s van een taxatierapport, omdat die inzicht gaven in de fiscale positie van derden. De geheimhoudingskamer van de rechtbank vindt dat de geheimhoudingsplicht van lid 1 van artikel 67 AWR overlegging van deze stukken niet in de weg staat.
Inzicht in fiscale positie van derden
Toen de belanghebbende verzocht om overlegging van de ongeschoonde versies, beriep de inspecteur zich op geheimhouding, omdat de weggelakte delen inzicht zouden geven in de fiscale positie van derden. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant zijn de documenten ‘op de zaak betrekking hebbende stukken’ die de inspecteur aan de rechtbank moet sturen. Als daarvoor echter gewichtige redenen bestaan, kan een stuk voor de belanghebbende geheim worden gehouden of geanonimiseerd.
Raadpleegbaar via Kadaster
De geheimhoudingsplicht van artikel 67 AWR staat het verstrekken van gegevens van derden in een te behandelen beroep als deze in beginsel niet in de weg, aldus de rechtbank. Des te meer daar de weggelakte gegevens grotendeels openbaar raadpleegbaar zijn in de registers van het Kadaster. De aangevoerde belangen voor geheimhouding wegen daarom niet aanzienlijk zwaarder dan het belang van de belanghebbende om de ongeschoonde stukken in handen te krijgen om zich tegen de opgelegde aanslag te kunnen verdedigen.
Terughoudender
Ook het hypothetische belang dat derden door openbaarmaking in de toekomst terughoudender zouden worden in het verstrekken van de gegevens aan de Belastingdienst, weegt volgens de rechtbank niet op tegen het concrete belang van de belanghebbende. De rechtbank wijst het verzoek van de inspecteur om beperkte kennisneming van de brieven daarom af.