De Belgische belastingdienst stapt in 2018 over op horizontaal toezicht. Bedrijven die vooraf duidelijke fiscale afspraken maken met de fiscus, vastgelegd in een convenant, zullen niet meer gecontroleerd worden. Dat meldt de Vlaamse krant De Standaard.
Volgens minister van Financiën Johan Van Overtveldt wil de overheid de fiscus positioneren als partner in plaats van controleur. “Voor het eerst gaan we naar een samenwerkingsmodel tussen de ondernemingen en de fiscus. Dat moet het huidige conflictmodel vervangen”, tekent het dagblad op. In Vlaamse termen: de fiscus moet het geweer van schouder veranderen bij de controle van bedrijven. “Hij zal in de toekomst naar Nederlands model een ‘horizontaal toezicht’ uitoefenen. Daarbij wordt tussen de fiscus en de betrokken bedrijven een convenant gesloten, waarbij ervan wordt uitgegaan dat ze voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen en dat ze de aangiftes ‘volgens de regels van de kunst’ correct indienen.”
Bedrijven worden daarna alleen met een steekproef worden gecontroleerd. Grote bedrijven sluiten rechtstreeks een convenant, voor het MKB worden raamovereenkomsten opgesteld met sectorvertegenwoordigers.
In België kan al een zogeheten ‘ruling’ worden gesloten door bedrijven, maar die heeft alleen betrekking op specifieke gevallen. Het horizontale toezicht moet de belastingdienst en bedrijven tijd en geld schelen.
Kritiek
In ons land klinkt regelmatig kritiek door op het controlemodel, met name sinds het bekendmaken van de Panama Papers. Jaap Uijlenbroek, de nieuwe directeur-generaal van de Belastingdienst, wil het horizontaal toezicht zelfs volledig op de schop nemen. Hij vindt het op vertrouwen gebaseerde systeem niet meer van deze tijd. Zo is onder meer niet duidelijk wanneer een bedrijf het vertrouwen heeft verspeeld en weer aan een controle onderworpen moet worden.